25 april 1968 128
worden bereikt, er dan nog te praten zal zijn. Spreker meent dat het vol-
komen zakelijk is om te zorgen dat, wanneer het theater zal moeten wor-
den verkocht, het voorgeschoten geld voor de gemeente niet verloren is
eî\. .s *an&s 6611 oniweg gedurende een aantal jaren een veel hogere sub-
sidie îs gegeven dan de raad heeft bedoeld. De bepaling luidende: ,De geld-
lenmgen moeten eveneens worden terugbetaald indien na verloop van de
drie jaren het bestaansrecht van het theater niet overeenkomstig het
omschrevene is aangetoond" schept daartoe de zekerheid. De heer Willemse
stelt voor deze bepaling als volgt te doen luiden: „De geldleningen moeten
eveneens worden terugbetaald indien na verloop van de drie jaren het be-
staansrecht van het Minerva-theater niet overeenkomstig het omschrevene
is aangetoond en dientengevolge de eigenaar tot verkoop of verhuur zal
overgaan Het college zou daar dan nog aan willen toevoegen: tot ver-
koop, verhuur of verandering van bestemming zal overgaan". Het theater
zou b.v. kunnen worden weggeschonken of wat dan ook. Er moet in ieder
geval een garantie zijn dat er niet iets mee kan gebeuren waardoor de ge-
meente naast haar rechten grijpt.
Het andere voorstel van de heer Willemse is, om aan het bepaalde onder
a: „bij overlijden van de huidige eigenaar van het theater tenzij de erven
exploitatie op gelijke wijze voortzetten" toe te voegen: „uit de opbrengst
van de verkoop". Spreker dacht dat daar dan ook op zijn minst bii zou
moeten staan: of yerhuur of op een andere wijze bestemmen", weg-
schenken wellicht. Niet geriskeerd kan worden dat in dat geval de geld-
lenmgen niet aan de gemeente zouden worden terugbetaald.
Wanneer deze voorwaarden zouden kunnen worden veranderd, en het
betreft toch toevoegingen waar met goede wil wel een oplossing voor
te vmden zal zijn, dan gelooft spreker dat toch al een stap in de goede
W°r'1 ?ezet orn, een aantal sprekers wat milder te stemmen ten
opzichte van het voorstel van burgemeester en wethouders.
De heer de Ruiter heeft in eerste instantie gezegd, dat het voorstel van
sÔTkeTdTau T wethouders voor hem een diepe teleurstelling is geweest.
de Rn?fer h h i pnnten die sPreker nu net genoemd heeft voor de heer
ae Kuiter heel belangrijke punten waren.
Het alleronredeiijkste achtte de heer de Ruiter de terugbetaling na ver-
DePhird Rau dLexpl°itatie van het theater niet lonend is geweest.
thene h d ZG^ dUS' dat 3 maal f 30.000,—, gegeven onder hypo-
mppr Ln8r h nid mnar moeten worden kwijtgescholden. Dan zou het niet
meep 6en ®ehuld. onder hypothecair verband zijn, maar eenvoudig een sub-
S d e; preker ziet niet în dat dit een billijke eis is. De heer Hoogeveen
heeft gëvraagd om tijdelijk extra financiële hulp te verlenen, waarvoor hij
bereid was zekerheid te bieden. Maar nu wordt vanuit de raâd aa^edron-
gen om, als de exploitatie van het theater niet kan worden voortgezet de
tafen^Men^hppft 5heater de verstrekte geldleningen niet te laten terugbe-
worden mpf en dat maS toch wel eens een keer Sezegd
worden, met een particuliere onderneming. Spreker heeft al van nartipn
liere ondernemers in de gemeente gehoord, endaar gaan de vÔorsfanders"
wefkÔeÔokW1i'nehVfnhTken doen aan voorhî)„als je een onderneming hebt
welke ook m het belang van de gemeente werkt, wordt het ie allemaal
eel wat gemakkelijker gemaakt dan wanneer jê v^r jezelf moet3
fnch Spreker weet wel dar dat ook niet helemÔalT^ ts maTf het L"
och wel zo' dat het Minerva-theater een particuliere onderneming is
waarbij men waarlijk niet alleen op het behartigen van de cultuur uit is'
Een bioscoop kan de gemeente niet subsidiëren; er is gefn enkf e gemeÔnte
in Nederland welke bioscopen subsidieert en het overgrote dÔefTan df
eXnT rn: hf Minerva"theater betreft bioscoopvooTsteîlingfn.
,nrT w °f de Vraag of de ^estelde termijn 3 jaar of 5 jaar moet
voor IadnoeeîrfdÎ2 e0roTn °P 5 jaar fW°rdt gesteld' zal door de gemeente
dlt d0el f 12000°— meer moeten worden uitgegeven. Daardoor zal