"ÄÄÄf 5 Z'SiSl'Vl ÄSr/t
ZïTÄ«e7aD,,Vrf de
129 25 april 1968
eventueel ook weer een groter bedrag moeten worden terugbetaald en
^et "S1C° naar verhouding toe. Het is niet zo dat er nu voor het
erst geprobeerd zal worden om betere resultaten te bereiken neen de
rpe«,m t°°geu T breekt al Jaren ziJ'n hoofd over het bereiken van betere
nnnwf^r f daaroln dat burgemeester en wethouders unaniem van
hoî-f if Jaar voldoende zijn om een laatste poging te doen om te
bereiken wat m voorgaande jaren niet is bereikt
Tenslotte zegt spreker dat de punten welke hij in zijn antwoord als voor
c°hege aanvaardbaar heeft aangemerkt, misschien nog in het college
moeten worden besproken.
De heer de Ruiter gelooft met de wethouder, dat er verschillende pun-
^T, .TpWaar°P lnen een staP dichter bij elkaar is gekomen. Hoewel zijn
fractie een duidelijk en sterk voorstander is van een periode van 5 jaar
gelooft spreker dat het Minerva-theater ook met een steun gedurende 3
jaar zodanig geholpen zal zijn dat in ieder geval de explohatfe over deze
penode verzekerd is. Als zijn fractie door het terugnemen van halr voor!
stel om de periode van 3 jaar tot 5 jaar te verlengen de zaak kan redden
dan zal zij dat zeker niet nalaten. reaaen,
De toevoegingen aan de voorwaarden a t/m e, in het biizonder e welke
en^uït Zih, TllIe.mse zijn voorgesteld, lijken sprekers fractie verstandig
-J' ®t- ,f J ™eent dat het zwaartepunt in de regeling gelegen
zlch He kwestie van de terugbetaling der subsidie na 3 jaar. Men mfet
30 000 auitZOdeVÛvorefenIek .T met een snhsidie van
T du.uou,— Uit de voeten kan, îs de heer Hoogeveen bii burgemeester en
wethouders gekomen met de vraag de subsidie te verhogen tot f 60 000
Burgemeester en wethouders hebben daarop in eerstff aanL rnet nfen
geantwoord, want zij vonden dat de heer Hoogeveen gezien de exploitatie
fÔndTzThf °°f f 6° °00'- -ou kunnfn hTn L bovendien
daf de hôer h J .zomaar zonder enige zekerheid aan te nemen
dat de heer Hoogeveen zijn verplichtingen zou nakomen. Daarop is het
v orstel gedaan waarbij de exploitatie over een periode van 3 iaar wei
,®e: met net &eld °P de loop zal gaan, b.v. door na één iaar de ov
p oxtatie van het theater toch te beëindigen en dan alvast de subsidie in
zijn zak had gestoken. Het is dus duidehjk dat tegenover een fegÔmoet
feTTht- tmgf Van dB ë>emeente- n-n net verstrekken van meer feld de
erplichting staat van de exploitant om door te gaan met exploiteren Ve
durende de periode waarover de subsidie wordt gevfaagd nT Tt t g
zekeren zou h«, Minerva-theater SrtV
Wethouder Corver: „Zo staat het er helemaal niet."
De heer de Ruiter zegt dat de heer Hoogeveen de verplichting heoft n™
als hy bmnen 3 jaar de exploitatie stopt het geîd LTug tÔ feteleÔ nf
heer Hoogeveen brengt in het Minerva-theater zijn arbeid m en vraagt eeeÔ
u m alle redelijkheid van de exploitant van het theater vra°-en nm dnnr t
gaaan, daar zijn arbeid in te stoppen zonder dlTÔolTnTomAg Te ont-
Wethouder Corver: „Dat hebben wij niet gevraagd, hij vraagt het."