133 25 april 1968 Indien blijkt dat de exploitatierekening van het theater na 1 juli 1971, rekening houdend met normale afschrijving en een redelijk ondernemers- loon, een overschot vertoont, zal het exploitatieoverschot aan de gemeente worden gerestitueerd tot een maximum van f 90.000,—." De voorzitter schorst de vergadering. Na heropening van de vergadering deelt de voorzitter mede, dat het voorstel van de heer de Ruiter e.a. voor het college onaanvaardbaar is. Aangezien dit het meest vêrgaande voorstel is, zal spreker dit eerst in stemming brengen. De heer Verkouw: ,,Dus u wilt de debatten sluiten?" De voorzitter: „Ten aanzien van dit punt wel." De heer Verkouw zegt dat, voor zover hij weet, de wethouder aan spre- kers betoog niet één woord heeft besteed. Spreker vindt het niet zö belang- rijk wat hij vertelt, maar een enkel woord had toch wel gemogen. Spreker heeft de wethouder 10 jaar meegemaakt in de commissie voor de financiën en in de raad en hij heeft nog weinig goede woorden van de wethouder gehoord met betrekking tot het Minerva-theater en diens exploitant en dat is er dan vanavond ook wel uitgekomen. Daarom heeft de wethouder wellicht het woord dat spreker ten gunste van het Minerva-theater heeft gesproken niet een antwoord waardig gekeurd. Wethouder Oorver vindt dit een nogal wonderlijke en geëmotioneerde uitlating van de heer Verkouw. Spreker heeft natuurlijk aan de woorden van de heer Verkouw evenveel aandacht besteed als aan die van de andere sprekers. De heer Verkouw: ,,U hebt ze te licht bevonden." Wethouder Corver zou rustig en normaal willen blijven discussiëren. Spre- ker heeft de discussie geconcretiseerd op een paar punten willen voeren en of nu precies de heer Verkouw of een ander daarover iets heeft gezegd is spreker ontschoten. Spreker heeft helemaal niet de bedoeling gehad het gesprokene door de heer Verkouw te negeren. Spreker gelooft niet dat iemand iets op zijn antwoord kan aanmerken. Spreker moet wel zeggen dat de opmerkingen van de heer Verkouw en enkele anderen meer op het terrein van de waarde van het Minerva-theater lagen, welk punt op het ogenblik eigenlijk niet eens meer in het geding was. Het gaat er nu om, een zakelijke overeenkomst tot stand te brengen. De voorzitter zou de heer Verkouw willen adviseren in deze niet de emo- ties te laten spreken. Iedereen mag toch zakelijk, al is het dan voor de een te zakelijk, zijn standpunt hier naar voren brengen. Spreker gelooft niet dat de wethouder van financiën denigrerend heeft gesproken over dat- gene wat hier naar voren is gebracht. De heer Verkouw: ,,Hij heeft er helemaal niet over gesproken." De voorzitter wil alle fractievoorzitters nogmaals de gelegenheid geven hun menlng te zeggen. De heer Willemse zegt dat de amendementen welke hij namens zijnfractie heeft ingediend, natuurlijk als achtergrond hebben te trachten het Minerva- theater te behouden. Wanneer de door spreker ingediende amendementen worden aangenomen, betekent dat beslist niet dat het voor 100% zeker is dat na 3 jaar de geldleningen moeten worden terugbetaald. Wanneer na 3 jaar blijkt, dat de behoefte aan het Minerva-theater in Heemstede veel groter is geworden dan nu, dan kan op dat moment rustig gesproken worden over een dan eventueel te verhogen subsidie. Spreker dacht dat de raad zich bij aanneming van het voorstel van burgemeester en wethouders daar per se niet op vastlegde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 32