137
H|
25 april 1868
De heer WUlemse: „Ik vraag mij af waarom de toevoeging van die
tweede 3 jaar er bij moet."
De secretaris„Want anders kun je hem nog pikken na 10 jaar. Stelt dat
hij de exploitatie nog 10 jaar voortzet en dan gaat verkopen. Dan zou de
gemeente alsnog de geldlening kunnen terugvorderen."
De voorzitter„Die bepaling is dus in het voordeel van de heer Hooge-
veen."
Vervolgens brengt de voorzitter deze voorstellen in stemming.
Uit de gehouden stemming blijkt dat de voorstellen zijn aangenomen met
17-3 stemmen.
Tegen de voorstellen stemden de heren de Ruiter. Verkouw en mevr
Gaasterland.
Het voorstel van burgemeester en wethouders wordt vervolgens, met
inachtneming van de daarin aangebrachte wijzigingen, zonder hoofd'eliike
stemming aangenomen.
De heer Wiilemse wil nu het debat over het Minerva-theater geeindigd is,
nog één ding vragen. Er zal nu natuurlijk getracht worden om het Miner-
va-theater zo goed mogelijk te laten draaien. Spreker kan zich voorstellen
dat er in het Minerva-theater wel eens iets anders zal worden gegeven dan
tot nu toe het geval is geweest. Spreker denkt aan een jeugdsocieteit of
een beatavondje of wat dan ook, alles natuurlijk binnen de perken ge-
houden. Spreker vraagt de burgemeester om, wanneer er dan op hem een
beroep wordt gedaan voor het verlenen van een dansvergunning dit in
welwillende overweging te willen nemen.
De voorzitter wil duidelijk stellen dat er bij hem geen aanvrage om een
dansvergunning is ingediend.
De heer Willemse: „Ik weet de fout."
De voorzitter zegt dat in verschillende couranten is gepubliceerd dat
na afloop van de voorstelling gelegenheid tot dansen zou worden gegeven
Hoewel spreker daartoe niet verplicht is, wil hij naar voren brengen dat
niet. aangaat dat men zo onzorgvuldig handelt door daarvoor 'geen
yergunmng aan te vragen want men verwachtte dat 600 mensen zouden
omen. Volgens het Dansbesluit mogen niet meer bezoekers in de lokaliteit
waar gedanst wordt worden toegelaten dan er beschikbare zitplaatsen zijn
nus niet ln bet theater maar in de lokaliteit waarin gedanst wordt. Men
daf-r tielemaal niet aan gedacht en men heeft gezegd: „nou ja de
mensen die met willen dansen gaan wel weg." Men moet aan de te ste'llen
voorwaarden voor het houden van een dansavond kunnen voldoen zodat er
geen yerkeerde dingen gebeuren. Oorspronkelijk heeft spreker gemeend dat
i 8 1'et£eleî=enheden niet aan de eisen voldeden, maar dat blijkt mee te val-
len. Maar dat was met het hoofdargument. Het hoofdargument voor spre-
kers weigering is geweest dat dansen niet zo maar kan worden toegelaten
met het risico dat het een chaos wordt. Het Dansbesluit geldt tot 1 ianuari
ms. Daarna geldt de door de raad vastgestelde drank- en horecaverordening
Daarin staat dat als de burgemeester weigert een dansvergunning te geven
m beroep kan worden gegaan bij de Commissaris der Koningin. Deze heeft
echter gevraagd daarvoor een commissie van beroep in te stellen.
XIX. VOORLOPIGE VASTSTELLING GEMEENTEREKENING EN
BEDRIJFSREKENINGEN 1966.
A. Gasbedrijf
^6 6941 w J1UU *nhd*heï 6n CFedit met een totaa'-bedrag van
f 6.624 325,64 en de bedrqfsrekening met f 1.337.591,74. De winst be-
droeg f 2.394,90; deze is aan de gemeente uitgekeerd.