25 april 1968 110
lijk belang te laten prevaleren, want met in beroep gaan doen de recla-
manten noch zichzelf noch de gemeenschap een dienst.
De heer van Ark zegt dat zijn fractie in het algemeen wel bereid is met
het voorstel van burgemeester en wethouders mee te gaan. Zijn fractie
heeft zich afgevraagd of wel voldoende aandacht aan de ingediende be-
zwaarschriften is geschonken. Er is n.l. naar voren gebracht, dat de be-
zwaarden wel zijn gehoord maar dat zij niet voldoende gelegenheid heb-
ben gekregen hun bezwaren nader met argumenten toe te lichten. Spreker
zou graag willen weten hoe de wethouder daarover oordeelt.
De heer Hupkes zegt in de commissie al naar voren te hebben gebracht
dat enerzijds het plan, zoals het er nu ligt, stedebouwkundig gezien een
verbetering is. Anderzijds kan spreker zich, vanwege de grote hoogte van
de gebouwen, de bezwaren van de omwonenden bijzonder goed indenken,
vooral in een land als Nederland waar licht en zon vrij schaarse artikelen
zijn. Spreker heeft daarom het verzoek gedaan en dat zou hij nu nog eens
willen onderstrepen, of het toch niet mogelijk is in zekere mate aan de
wensen van de omwonenden tegemoet te komen door één bouwlaag weg
te laten. Het is toch meestal zo dat tussen twee uitersten wel een midden-
weg is te vinden.
Mevr. Cohen zegt dat zij helaas niet in de gelegenheid was om de com-
missievergadering waarin dit plan is behandeld, bij te wonen. Zij herinnert
zich echter heel goed een andere commissievergadering, waarin langdurig
is gediscussieerd over de vraag: hoog- of laagbouw. Zij herinnert zich ook
dat er toen eigenlijk haast unaniem is gezegd: geen hoogbouw op alle
mogelijke punt.en want we willen het woongenot van de mensen niet scha-
den, maar dat juist op dit punt, in de nabijheid van het station, waar de
verkeersstroom niets meer van een landelijk dorp heel laat, een flatgebouw
niet zou misstaan. Waar zou beter een flatgebouw kunnen worden ge-
bouwd dan juist daar. Spreekster vraagt aan de heer Scheer, die zegt dat
juist dit punt voor flatbouw zo ongeschikt is, waar in de gemeente hii dan
flats zou willen bouwen.
De heer Smit zegt dat als hij het goed begrepen heeft, tegen het eerste
plan geen bezwaren zijn ingebracht. Bij het nieuwe plan is de situering
aanmerkelijk verbeterd. Het enige nadeel zou zijn dat de flat met een paar
meter îs verhoogd. Spreker acht dat in het geheel niet bezwaarlijk. De om-
wonenden hebben tegen het eerste plan geen bezwaar gemaakt. Waarom
maken zij nu, terwijl er een betere situatie wordt verkregen wel bezwaar
Tegen het viaduct in de Zandvoortselaan en de verhoging van de spoor-
baan heeft men toch ook geen bezwaar gemaakt! De hele omgeving is
daar aan het veranderen. Daarom vindt spreker de ingediende bezwaren
met steekhoudend.
yith^der van VVi'k dankt in de eerste plaats diegenen die reeds heel
wat hebben opgemerkt wat spreker zou willen opmerken. Bij de beoor-
deling van deze zaak moet voorop stellen, dat er een goedgekeurd plan
ot;oa o Sn°°morgen ë'eëffectueerd kan worden. Dat plan dateert van
1959. Bouwondernemers zoeken naar gronden waarvoor bestemmingsplan-
nen zijn vastgesteld. Dan gaat men praten op het raadhuis en men gaat na
wLr/ geh°n mag worden. In dit geval kocht men de grond met de
bedrijfsopstallen omdat ter plaatse een flatgebouw mocht worden gebouwd.
De op die grond staande bedrijven moesten worden uitgekocht. Dat deed
men omdat men wist dat ter plaatse een flatgebouw mocht worden ge-
bouwd. Niemand had die bedrijven kunnen kopen teneinde op die grond een
woonhuis te bouwen want dan zou de grond veel te duur zijn feworden.
Smits Bouwbednjf heeft voor de aankoop van de gronden en voor het uit-
°Pen van de bedrijven grote bedragen neergeteld, maar het heeft dat niet