en plantsoenen, alsmede voor het aanleggen van inritten en verharde stroken voor het parkeren van voertuigen. Artikel 10. De gronden, op de kaart bestemd voor tuin, mogen uitsluitend worden ge- bruikt voor het aanleggen van tuinen en wat daartoe behoort, met inbe- grip van verhardingen, grondwerken e.d. Artikel 11. De gronden, op de kaart bestemd voor water, mogen uitsluitend worden gebruikt voor het aanleggen van een haven en daartoe behorende werken. Artikel 12 1. Het is verboden het gebruik van onbebouwde gronden, welke in gebruik zijn voor doeleinden, waarvoor die gronden blijkens het plan zijn be- stemd, alsnog te veranderen ter realisering van doeleinden die met die bestemming onverenigbaar zijn. 2. Voor de toepassing van het bepaalde in het eerste lid wordt. ingebruik- neming van gronden als stortplaats of als opslagterrein anders dan ter wille van de realisering van het plan, aangemerkt als gebruik dat met die bestemming onverenigbaar is. Hoofdstuk IV - Voorschriften omtrent het gebruik van opstallen. Artikel 13. Het is verboden een kantoor of een woning in gebruik te nemen of te geven ter realisering van doeleinden welke met de bestemming kantoor, respectievelijk de bestemming woning onverenigbaar zijn. Artikel 14. Het is verboden een garage in gebruik te geven of te nemen anders dan vo°r de stallmg van vervoermiddelen of voor de berging van een geringe hoeveelheid voor huishoudelijk gebruik bestemde, doch reeds aan handel en bedrijf ontrokken goederen. Artikel 15. Het is verboden een gebouw, bestemd voor bewoning door en/of verple- ging van bejaarden in gebruik te geven of te nemen ter realisering van doeleinden welke met die bestemming onverenigbaar zijn. Hoofdstuk V - Bijzondere bepalingen. Artikel 16. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd al dan niet onder door hen te stellen vooz-waarden vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor: a. het oprichten van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten behoeve van openbare nutsbedrijven of van andere naar bestemming daarmede gelijk te stellen gebouwtjes, zoals transformatorhuisjes, scha- kelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, wachthuisjes voor ver- keersdiensten e.d., zulks met uitzondering van benzine-laadstations; b. geringe afwijkingen welke in het belang zijn van een esthetisch of tech- nisch beter verantwoorde plaatsing van gebouwen of welke noodzake- lijk zijn în verband met de werkelijke toestand van het terrein.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 16