b. de op te richten bebouwing voor wat betreft konstruktie en indeling bestemd is voor gebruik overeenkomstig de bij het plan aangegeven bestemming van het gekozen terrein en overigens voldoet aan de in verband met die bestemming gegeven voorschriften van hoofdstuk II, par. 1. Artikel 5. Uitwerking van een deel van het plan. Burgemeester en wethouders werken een deel van het plan uit met inacht- neming van de voorschriften van hoofdstuk II alsmede van de navolgende bepalingen: a. nadere uitwerking mag slechts geschieden aan de hand van door de stedebouwkundige ingediende ontwerpplannen en in overleg met na- tuurlijke of rechtspersonen die als belanghebbenden bij de uitwerking dienen te worden aangemerkt; b. uitwerking van het plan dient te geschieden in de vorm van één of meer partiële bestemmingsplannen met bijbehorende voorschriften omtrent de bebouwing en voorzover nodig voorschriften omtrent ander gebruik van de grond, alsmede omtrent het gebruik van opstallen; c. bij de uitwerking mag van één of meer der in hoofdstuk II voorkomen- de bepalingen worden afgeweken, mits na voorafgaande toestemming van de gemeenteraad en met dien verstande dat het plan daardoor niet wezenlijk verandert ten aanzien van de verdeling der bestemming over het plangebied. Artikel 6. Voorlopig bouwverbod. 1. Op de gronden aangewezen voor woondoeleinden binnen het plangebied mag niet worden gebouwd alvorens voor deze gronden een door burge- meester en wethouders vast te stellen nader uitgewerkt plan rechts- kracht heeft gekregen. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, gehoord de stedebouwkun- dige al dan niet onder door hen te stellen nadere voorwaarden vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor het oprich- ten van kleine, niet voor bewoning bestemde gebouwtjes ten behoeve van openbare nutsbedrijven of van andere, naar bestemming daarmede gelijk te stellen gebouwtjes, zoals transformatorhuisjes, schakelhuisjes, gemaalgebouwtjes, telefooncellen, wachthuisjes voor verkeersdiensten e.d. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, mits vooraf van gedeputeerde staten de verklaring is ontvangen, dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. HOOFDSTUK II GEBRUIK VAN GRONDEN EN GEBOUWEN I.V.M. DE BESTEMMING Par. 1 BOU WBESTEMMIN GEN. Artikel 7. Woondoeleinden. De gronden aangewezen voor woondoeleinden (kategorieën A2 en CIO) zijn bestemd voor de bouw van eengezinshuizen in de kategorie A2 en meer- gezinshuizen in de kategorie CIO en de daarbij behorende bergplaatsen en autoboxen, alsmede voor de aanleg van groenvoorzieningen, rijwegen, wan- delwegen, parkeergelegenheden e.d.;

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 31