c. open erven bij een gebouw zomede andere overeenkomstig hun be-
stemming in gebruik zijnde gronden aan het gebruik overeenkomstig
hun bestemming te onttrekken en in gebruik te nemen of te laten
gebruiken voor doeleinden die met die bestemming onverenigbaar
zijn; onder gebruik dat met de bestemming onverenigbaar is wordt
ten deze mede verstaan gebruik van grond als stortplaats of opslag-
terrein.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd al dan niet onder nader te
bepalen voorwaarden van het bepaalde in lid 1 vrijstelling te ver-
lenen. Vrijstelling kan worden verleend voor onbepaalde tijd behoudens
wederopzegging of voor bepaalde tijd.
3. Vrijstelling mag alleen en moet worden geweigerd indien het voorge-
nomen andere gebruik van duurzame aard zal zijn en gelet op de
ligging van het gebouw of de grond het gebruik van gronden en
gebouwen in de omgeving in ernstige mate kan worden gestoord, zonder
dat door het stellen van voorwaarden of op andere wijze zodanige stoor-
nis zal zijn te voorkomen.
Artikel 18.
Gebruik van gebouwen en van onbebouwd blijvende gronden.
1. Behoudens vrijstelling van burgemeester en wethouders overeenkomstig
het bepaalde in lid 2 en lid 3 is het verboden:
a. een quickservice-bedrijf als bedoeld in artikel 8 te gebruiken of te
laten gebruiken voor andere doeleinden dan waarvan in artikel 8
sprake is;
b. een bijzonder gebouw als bedoeld in artikel 9 te gebruiken of te laten
gebruiken voor andere doeleinden dan waarvan in artikel 9 sprake
is;
c. open erven bij een gebouw zomede andere overeenkomstig hun be-
stemming in gebruik zijnde gronden aan het gebruik overeenkomstig
hun bestemming te onttrekken en te gebruiken of te laten gebruiken
voor doeleinden die met die bestemming onverenigbaar zijn; onder
gebruik dat met de bestemming onverenigbaar is wordt ten deze
mede verstaan gebruik van grond als opslagterrein of als stortplaats.
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd al dan niet onder nader te
bepalen voorwaarden van het bepaalde in lid 1 vrijstelling te ver-
lenen. Vrijstelling kan worden verleend voor onbepaalde tijd behoudens
wederopzegging of voor bepaalde tijd.
3. Vrijsteling mag alleen en moet worden geweigerd indien het voorge-
nomen andere gebruik van duurzame aard zal zijn en gelet op de
ligging van het gebouw of de grond het gebruik van gronden en
gebouwen in de omgeving in ernstige mate kan worden gestoord, zonder
dat door het stellen van voorwaarden of op andere wijze zodanige stoor-
nis zal zijn te voorkomen.
HOOFDSTUK III OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Par. 1 BESTAAND GEBRUIK VAN GRONDEN EN OPSTALLEN
Artikel 19.
Voortzetting bestaand gebruik.
Gronden en opstallen die bij het van kracht worden van het plan in gebruik
zijn voor andere doeleinden dan waarvoor zij blijkens de bestemming inge-
volge het plan mogen worden gebruikt, mogen voor die doeleinden in ge-
bruik blijven behoudens onteigening overeenkomstig de Wet.
