57
4e afd.
30 mei 1968
SCHOOL-PSYCHOLOGISCHE DIENSTVKKLENING
B
Heemstede, 8 mei 1968.
Aan de Raad,
Met ingang van 1 januari 1955 sloten de gemeenteraden van Bloemen-
daal, Haarlem, Heemstede en Zandvoort een gemeenschappelijke regeling
ter behartiging van de zorg voor de geestelijke volksgezondheid in die ge-
meenten. Deze regeling, welke werd uitgevoerd door gemeentelijke diensten
van Haarlem, werd door u bij besluit van 18 december 1958, nr. 163, per 1
januari 1960 opgezegd. Sedertdien is door de gemeentebesturen van Bloe-
mendaal en Zandvoort en ook door ons college veelvuldig aangedrongen
op het treffen van een nieuwe regeling. Deze is nog steeds niet tot stand
gekomen, ook niet in ontwerp. Desondanks maken de drie buitengemeen-
ten nog wel gebruik van diensten van Haarlem, met name voor wat be-
treft de psychiatrische voor- en nazorg en de sociaal-pedagogische nazorg
van zwakzinnigen.
Een ernstig bezwaar van de regeling en derhalve ook van de huidige
,,status quo" vormt het feit dat de gemeentelijke diensten van Haarlem
geen recht hebben op rijkssubsidie. De ten laste van de deelnemende ge-
meenten komende kosten zijn per inwoner dan ook hoog.
Een groter bezwaar is de omstandigheid dat Haarlem geen mogelijk-
heid (meer) biedt kinderen uit buitengemeenten met leermoeilijkheden, ge-
dragsstoornissen enz. psychologisch te laten onderzoeken.
In verband met het vorenstaande hebben wij in overleg met de colleges
van burgemeester en wethouders van de beide andere betrokken gemeen-
ten contact opgenomen met het bestuur van de Stichting voor Geestelijke
Volksgezondheid in Noord-Holland inzake aansluiting bij die stichting.
Bij deze stichting zijn behalve Amsterdam en de vier bovengenoemde ge-
meenten alle gemeenten in Noord-Holland aangesloten. Het overleg met
het stichtingsbestuur is nog niet afgesloten; wij hopen u hierover spoedig
nadere mededelingen te kunnen doen.
In afwachting van de totstandkoming van een definitieve oplossing heb-
ben de twee schoolartsen ons gevraagd mee te werken aan een tijdelijke
voorziening voor school-psychologisch onderzoek van daarvoor in aan-
merking komende kinderen in de leeftijd van 4 tot 9 jaar. Door een derge-
lijk onderzoek zouden vroegtijdig school-onrijpheid en toekomstige leer-
moeilijkheden gesignaleerd kunnen worden, zodat de met het oog hierop
noodzakelijke maatregelen kunnen worden genomen.
De beide schoolartsen schatten het aantal te onderzoeken kinderen op
drie per kleuterschool en twee per lagere school. Voor alle scholen tezamen
komt dit neer op 55 kinderen per jaar.
De psychologen mevrouw J. D. Lammerts van Bueren-Smith en mevrouw
E. Mandersloot-Rutgers hebben zich bereid verklaard de verantwoordelijk-
heid voor de uitvoering op zich te nemen. Uiteraard zullen zij hierbij nauw
contact onderhouden met de betrokken leerkrachten.
De kosten van deze tijdelijke voorziening, welke zal gelden tot weder-
opzegging, worden geraamd op f 150,per kind of in totaal f 8.250,
per jaar.
