30 mei 1968 155 reeent heeft de raad goedkeuring gehecht aan de uitbreiding van garage Van Lent met een benzinestation aan de Lanckhorstlaan. Er zijn voorts j benzinestations aan de Haven en de Heemsteedse Dreef. Een benzine- station in de Schouwbroekerpolder is beslist niet op zijn plaats. Het feit doet zich voor dat benzinestations binnen zeer korte tijd worden uitgebreid, zoals b.v. het station aan de Herenweg hoek Kerklaan. Spreker verzoekt burgemeester en wethouders dit bestemmingsplan nader te bekijken. Hij is er van overtuigd dat met de reclamanten beslist wel iets te bereiken is. Zij zijn er allemaal van overtuigd dat de Schouwbroeker- polder bebouwd zal moeten worden, maar zij zijn tegen de aanieg van een weg met doorgaand verkeer en tegen de bouw van een ziekenhuis. Als het ziekenhuis aan de zuidelijke kant van het terrein zou worden gepland, zou men daar nog vrede mee kunnen hebben. Spreker geeft verder in overweging iets te ontwerpen in de geest van de Tooropkade, maar dan in een modemer vorm. Voorts verzoekt spreker na te gaan of het mogelijk is dat jonge moderne architecten kans krijgen in de Schouwbroekerpolder een plan te ontwerpen dat geschikL is voor dit unieke stuk grond. De heer Scheer zegt dat de voorgaande sprekers hebben gereleveerd dat de reclamanten bezwaar maken tegen de massale bouw in deze polder, maar dat dergelijke bouw niet te couperen is. Spreker geeft dat allemaaî toe en hij is het daar volkomen mee eens. Hij kan dan ook met de bouw van het ziekenhuis en zusterhuis, de bebouwing van de polder en zelfs met de geprojecteerde weg met brug akkoord gaan, maar positief niet met de flatwoningbouw in de zuid-oostelijke hoek van het terrein. Bij de behande- lmg van andere bestemmingsplannen heeft spreker al gezegd, dat flat- woningbouw in deze gemeente niet te couperen is. De tijd gaat vôort en die kan men niet tegenhouden. Er zal dus in de Schouwbroekerpolder gebouwd moeten worden. Toen spreker in 1952 lid van de raad werd, was de raad overwegend van mening dat de Schouwbroekerpolder onbebouwd moest blijven, omdat deze polder een van de longen van Heemstede vormde. De tijd is voortgegaan en die mening, spreker voelt het, is niet vol te houden Maar âls de Schouwbroekerpolder dan bebouwd moet worden, laat men dan trachten van dit terrein iets moois te maken. Dat gebeurt per se niet wan- neer daar flatgebouwen worden gezet van circa 35 m. hoog. Dat zijn on- dingen. Men krijgt daar dan een massaal iets waar een ieder tegenaan zit te kijken, niet alleen degenen die daar wonen, maar ook degenen die daar passeren. Dit moet naar sprekers smaak absoluut voorkomen worden. Op een andere plaats heeft spreker al gezegd dat het in een dorp met laag- bouw heel prettig wonen kan zijn als uit die laagbouw een paar kerken oprijzen. Dat is dan de hoogbouw en die doet het in zo'n geval goed. Hier zal een ziekenhuis komen, dat onontkoombaar hoogbouw moet worden, het bejaardenhuis in hoogbouw staat er al, daar komt dan nog een zusterhuis bij, maar laten dat dan de enige punten zijn waar het oog wel eens een keer °P ma£ rusten en deze zullen in het algemeen aanzicht niet detoneren. Maar wanneer men daarnaast met flatwoningbouw gaat werken dan ziet het er z.i. treung uit. Laat men degenen die in die omgeving wonen toch enigszins tegemoet komen door begrip voor hun bezwaren op te brengen. Aan alle bezwaren kan niet worden tegemoet gekomen, maar laat men dan in ieder geval de flatbouw uit het plan nemen. Spreker staat voor een dilemma. De heer Verkouw heeft gesuggereerd de detaillering van de bebouwing naar de toekomst op te schuiven en nu het plan zonder meer te aanvaarden, maar spreker vreest dat wanneer dit plan wordt aangenomen, het college later zal zeggen: „wij hebben er nog eens over nagedacht maar die flatwoningen moeten er komen." Spreker zou °°k willen voorstellen het besluit in die zin te wijzigen, dat het wordt aangenomen met uitzondering van de flatwoningbouw.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 15