156
30 mei 1968
De heer V an der Hulst zegt in verband met de betoouwing' van de
zuidoost-hoek van de polder in de commissie voor de volkshuisvesting uit-
voerig is gediscussieerd over de vraag of flats daar gewenst zijn. Wat
betreft de bebouwingsdichtheid is de commissie eigenlijk al gerustgesteld
want, zoals de heer de Ruiter al heeft gezegd, zal de bebouwing slechts
20 bedragen, en daarmee kan de commissie wel vrede hebben. Enkele
leden van die commissie zijn er echter niet zo gerust op of op het moment
van bouwen die flats als woonvorm nog wel gewenst zijn. Daarom wil
spreker opmerken dat enkele leden van die commissie hun goedkeuring aan
dit plan hebben gegeven onder het voorbehoud dat de wethouder toezegt,
dat t.z.t. bezien zal worden of er nog voldoende vraag naar flats is, en zo
dat niet het geval is dat dan niet tot het bouwen van flats zal worden over-
gegaan, zelfs al zou het totaal aantal woningen in dit plan daardoor be-
langrijk verminderen.
De heer Hupkes wil zich graag aansluiten bij het gesprokene door de
heer Van der Hulst. In de commissie heeft spreker ook naar voren gebracht
dat het op zlch zeer aan te bevelen is en ook volkomen juist dat men pro-
beert plannen te maken met een sluitende exploitatie-opzet. Maar als men
in een situatie komt dat men over een sluitstuk beschikt, dan gelooft spre-
ker dat men bij de op rentabiliteit berekende bewoningsdichtheid in de
plannen, ook kan overwegen, als dat tenminste een aanzienlijke verbetering
geeft, daarvan af te wijken en desnoods een bepaald bedrag uit te trekken
of ineens af te schrijven op de kosten, teneinde zodoende een betere oplos-
sing mogelijk te maken.
Mevr. Vriesendorp gelooft dat het goed is de woorden van de heer Van
Ark te verduidelijken omdat daarin niet helemaal tot uiting- kwam wat hij,
in zijn antwoord op de wens van de heer Willemse om gemêleerde bouw in
de Schouwbroekerpolder toe te passen, heeft bedoeld. Ook met betrekking
tot de bouw in de Glip II is indertijd aangedrongen op niet teveel typen
huizen door elkaar heen. Spreekster meent dat de voorzitter indertijd heeft
gezegd, dat het goed is dat de verschillende bevolkingsgroepen door elkaar
heen wonen want zij werken ook allemaal samen in de maatschappij.
Spreekster meent dat uiteindelijk toch dikwijls blijkt dat voor alle partijen
het bij en op elkaar wonen, terwijl men totaal verschillende leefgewoonten
heeft, ongewenst is. Het is misschien goed dat dit even verduidelijkt werd.
Spreeksters fractie is tegen gemêleerde bouw, waarvan zij in de Glip II nu
al veel narigheid ziet.
Wethouder Van Wijk heeft grote waardering voor de gedegen, zakelijke
en rustige wijze waarop over deze zaak door diverse raadsleden is gespro-
ken. Het is bij dit plan als met alle plannen, nooit kan aan alle wensen
worden voldaan. Ideaai kan het nu eenmaal niet zijn en ook hier moet een
offer worden gebracht. Het is altijd een passen en meten om zoveel moge-
hjk met alle wensen, wanneer zij al met elkaar te verenigen zijn, tegemoet
komen- Het college is er volkomen van doordrongen dat mensen die jaren
van dat mooie stukje Heemstede hebben genoten, met leedwezen zien dat
daar veranderingen zullen komen. Spreker vindt het ook heel menselijk dat
S-PJr0^ren ,te bereiken die veranderingen zo min mogelijk te doen zijn.
Wij hebben allen meer of mm een beetje de instelling* om, wanneer men iets
verliezen, te trachten zo weinig mogelijk te verliezen van wat men
heeft. Maar op een gegeven ogenblik zal men moeten aanvaarden wat rede-
lijk îs en zai men de argumenten moeten aanvaarden waarmee naar het
spreker voorkomt in vele gevallen, de motieven die men aanvoe'rt worden
ontzenuwd.
De heer Verkouw heeft er op gewezen, evenals andere sprekers, dat het
college gebruik maakt van de delegatiebevoegdheid opgenomen in de nieuwe
wet ruimtelijke ordening. Deze delegatie is echter omgeven met allerlei