h<5is;ÄSfv«™5eÄ,dbtiiase"1 n wo""
30 mei 1968 173
De heer De Ruiter zegt dat in artikel 7 de indexering van de kosten
zodanig wordt gesteld dat daaruit zou moeten blijken dat 2/3 van de kosten
van de vuilverwerking loonkosten zijn en 1/3 vaste kosten. De wethouder
heeft toegezegd te zullen nagaan of de verhouding die in deze formule is
neergelegd inderdaad in oVereenstemming is met de werkelijkheid.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat destijds, in overleg met de gemeente
Haariem, de samenstelling van het bedrag van de kosten is bekeken. Toen
heeft Haarlem voorgerekend, hetgeen burgemeester en wethouders konden
narekenen, dat de kapitaalslasten dus aanschaffing van gebouwen enz. met
afschnjving en rente) ongeveer vormden van de totale kosten. Dat was
ongeveer 6,— per ton; dat is afgerond naar 1/3, waar nog een zeker
voordeel m zat voor de gemeente Heemstede en nu gesteld op f 7een
vaste post die dus onveranderlijk is. Daar komen natuurlijk de wisselende
kosten bij. Het is een loonintensief bedrijf dat voor een groot deel is gekop-
peld aan de lonen maar ook aan de materialen welke in de toekomst nog
zullen moeten worden aangeschaft. Terecht werd geredeneerd een rede-
nering waar spreker achter kan staan dat de loonsverhogingen zich ook
m de matenaalkosten zullen voortzetten. Wanneer men zich eig-enliik alleen
daartoe beperkt, is het ook nog niet onvoordelig voor de gemeente
tw' ffi n wm®tPerc®ntag'e meestal een percentage is van een X bedrag.
Dit alles beziende oordeelden burgemeester en wethouders het billijk dat 2/3
°°n" en matenaalkosten wordt gerekend en 1/3 tot kapitaalslasten.
Mevr. Vriesendorp begrijpt niet waarom in artikel 7 nog gesproken wordt
urÄ^11 mannellike handarbeiders". Spreekster vindt dit volkomen
tijd. Daar hoort h.i. te staan: „volwassen handarbeiders".
bii^r?1ktlnVan,,Wijk antWOOrdt dat hier altiJd mannelijke handarbeiders
îlht i zullen zijn en nooit vrouwelijke. Mêt mevr. Vriesendorp
dacht spreker dat yerschillen eigenlijk niet meer bestonden. Misschien had
er ook wel van handarbeiders kunnen worden gesproken.
De voorzitter„Op dit gebied willen wij het de vrouwen niet aandoen."
De heer Hupkes wil toch wel protesteren tegen het standpunt van dp
fh^^In dPîlffrIkmtdatACîe utijging Van de lnateriaaIkosten evenredig zou
Jr t de loonkosten. AIs dat zo was zou alles langzamerhand al vier keer
^loedrheZnen orn7rkdtTZelfS ^gingen helemaal geTn
nivloed hebben op de kosten van het eindproduct, maar zover zou spreker
He 7b?paga7nnie°tVer hiet "7 de st^n^ niet meer dan een kwart
1S bepaald nlet Julst °m te zeggen dat de stijging evenredig is.
maTeriaa?ri]zeVna" l0°nk°Sten zetten zich tnch wel voort in de
De heei Hupkes: „Voor 25% als een algemeen gemiddelde."
De heer Verkouw zou graag zien dat de controleur der gemeentefinanciën
zich met dit onderwerp zou bezig houden." anc,en
De voorzitter zegt dit toe.
XV. a. le WIJZIGING BEZOLDIGINGSVERORDENING
AMI3TENAREN 1968
b. UITKERING INEENS AAN HET GEMEENTEPERSONEEL
onder'voTgno'61 ontwerP-beslniten °pgenomen in de gedrukte stukken