30 mei 1968
147
woorde afsluiting van het achterliggende industrieterrein. Er is voor zover
spreker bekend, geen bepaalde instantie of lichaam dat het oog op de
mogelijkheid van een dergelijke bouw heeft laten vallen. Het plan daartoe
is eenvoudig bij het opstellen van het bestemmingsplan opgekomen.
De vraag of dit deel buiten het plan kan worden gehouden beantwoordt
spreker bevestigend. De geprojecteerde weg en de gebouwen kunnen daar
dan komen en dan blijft de haven intact, naar sprekers mening echter als een
wat vreemde vogel temidden van de verdere ontwikkeling ter plaatse. Om-
dat nog een gedeelte van de gebouwen van de bedrijven blijft bestaan,
vindt spreker de gekozen afsluiting met flatbouw stedebouwkundig gezien
een goede gedachte, hetwelk ook bij de behandeling in de commissies naar
voren is gekomen.
Het ontwerp-besluit met voorschriften wordt vervolgens zonder hoofde-
lijke stemming vastgesteld.
VII. VASTSTELLING BESTEMMINGSPLAN VOOR TERREINEN IN DE
SCHOUWBROEKERPOLDER.
Het voorstel met ontwerp-besluit, voorschriften en toelichting is opge-
nomen in de gedrukte stukken onder volgno.
60. Vaststelling bestemmingsplan Schouwbroekerpolder.
Do voorzitter deelt mede dat de commissies van openbare werken en van
volkshuisvesting zich hiermede kunnen verenigen.
Do heer Verkouw zegt dat dit punt in zekere zin een reprise van de
vorige vergadering te zien geeft, want ook nu, evenals toen, waren er een
aantal bezwaren tegen een door de raad vast te stellen bestemmingsplan.
Ei is geen reden zich over het indienen van bezwaren te verwonderen want
de ruimtelijke ordening en dan in het bijzonder daar waar deze zich ver-
dicht tot stedebouwkundige plannen en maatregelen, heeft wel in zeer bii-
zondere mate te maken met het bewust scheppen van een wereld voor
de mensen van morgen.
Spreker wil beginnen met het uitspreken van zijn erkentelijkheid voor het
teit, dat het college reeds in het eerste geval dat zich daarvoor leende aan
net verlangen van de raad is tegemoetgekomen door de reclamanten niet
a ieen te doen horen door de wethouder van volkshuisvesting en openbare
werken, maar dat ook de leden van de commissie voor de volkshuisvestina
bij de bespreking tegenwoordig zijn geweest en aan het hoor en wederhoor
komen deelgenomen' sPreker zal straks op de ingediende bezwaren terug-
El' .1S name!ljk nô£ een Punt bii dit bestemmingsplan aan de orde, dat de
Ä0het.blJZ°fder.aangaat- SPreker doelt bier op de omstandigheid dat
hrniu- i fIJ besfemmingsplan, voor zover hij weet, voor het eerst ge-
li anT Van,tl1e ^iegafiebevoegdheid neergelegd in artikel 11 van de
wfarM de fJw°rh f|- Een volkomen legiliem gebruik dus, maar
deze fleh toch wel bewust moet zijn wanneer hij althans met
welke hh ain akkoord gaat dat hij hiermede een stuk bevoegdheid,
ke hij aan zich zou kunnen houden, uit handen geeft. Het eaat hierbii
heh een.dnetal g-ebieden voor woondoeleinden, waarvan de soort van woon-
detaüleerd îfeîL -lljk 'f bepaaId' maar waarvoor op dit moment een ge-
fe^ "e WerHet^f 0nfbreekt" Deze detaülering komt bij het coi-
iufst voof dh t fwi allemaal nogal onschuldig, maar spreker dacht dat,
vinden af veff hff bestemminSsPlan waar hoogbouw zal plaats-
P an ook een maximum voor het aantal woonlagen
gaan^om denfiff °n mtwerking van het Plan - waarbij het dan immers zal
van deîvoonlafen d' sPreldmg. de BToepering, het aantal en de hoogte
woonlagen, de groenstroken, de doorkijk toch wel zeer belangrijk