4e afd. 27 juni 1968 77
ONTSLAG ONDERWIJZERES VOORWEGSCHOOL
Heemstede, 12 juni 1968.
Aan de Raad,
Aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs aan de Voorweg
zijn thans 7 leerkrachten verbonden, waarvan één boventallige voor reke-
ning van het rijk. De zesde klas, welke 48 leerlingen telt, is gesplitst. Deze
48 leerlingen zullen bij het einde van het schooljaar 1967/1968 nagenoeg
allen de school verlaten.
Het aantal bij het begin van het volgende schooljaar toe te laten leer-
lingen is vrij gering, namelijk ruim 20. Het totale aantai leerlingen der
school en de klassebezetting zullen in dat schooljaar zodanig zijn, dat het
rijk geen vergoeding zal verlenen voor het saiaris etc. van een boventallige
onderwijzer. Ook bestaat er geen enkele aanleiding dit salaris voor reke-
ning van de gemeente te nemen.
Dit betekent derhalve dat wegens opheffing van de betrekking aan één
leerkracht ontslag moet worden verleend.
Voor ontslag komt in de eerste plaats in aanmerking een gehuwde
onderwijzeres die geen kostwinster is van een gezin.
In casu is dit mevrouw J. D. Gorter-Dik.
Wij stellen u daarom voor haar met ingang van 1 augustus a.s. eervol
ontslag te verlenen als onderwijzeres aan de Voorwegschool.
Wellicht ten overvloede merken wij op dat zij na haar ontslag aanspraak
zal hebben op wachtgeld ten laste van het rijk.
De Raad der gemeente Heemstede;
gelezen de voordracht van burgemeester en wethouders dd. 12 juni j.l.;
gelet op artikel 38 der Lager-onderwijswet 1920;
aan mevrouw J. D. G!orter-Dik met ingang van 1 augustus 1968 wegens
opheffing van haar betrekking eervol ontslag te verlenen als onderwijzeres
aan de openbare school voor gewoon lager onderwijs aan de Voorweg,
alhier.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
O. H. van Wijk, l.b.
De secretaris,
J. M. Kruitwagen.
BESLUIT:
Heemstede, 27 juni 1968.
De Raad voornoemd,
De voorzitter,
