27 juni 1968
189
Mevr. Cohen zegt dat in de raad de goede gewoonte bestaat over persoon-
lijke zaken in het openbaar niet te spreken. Het verschenen krantenartikel
dat sterk in de persoonlijke sfeer was getrokken, maakt het echter haast
onvermijdelijk dat deze persoonlijke zaak in het openbaar wordt behandeld
met alle narigheid die er misschien aan verbonden is. Dit punt zou zonder
dit krantenartikel vermoedelijk een hamerstuk zijn geweest. Spreekster ge-
looft dat aan dit artikel niet voorbij kan worden gegaan. Zij zou haast zeg-
gen dat zij het deze keer een bijzonder genoegen vindt om wethouder Cor-
ver, die zo akelig uit dit krantenartikel te voorschijn komt, te
verdedigen. Het is een wonderlijke situatie, maar spreekster doet het graag.
Spreekster wil in de eerste plaats opmerken dat deze zaak al maanden
hiervoor in de onderwijscommissie heeft gespeeld. Er is toen vanuit de on-
derwijscommissie, welke door ouders was benaderd, gevraagd hoe deze zaak
kon worden opgelost. De school zat met een onderwijzeres die zö enorm
veel verzuimde dat ouders zeiden: ,,als dat nog een jaar zo doorgaat neem
ik mijn kind van school, want het raakt verschrikkelijk achter". In dit ver-
band vraagt spreekster zich ook af of het kleine aantal aanmeldingen van
nieuwe leerlingen, n.l. 20, misschien iets met die situatie te maken heeft.
Het is nogal logisch dat tengevolge van een dergelijk langdurig verzuim
voortdurend invalsters moesten worden aangenomen. De kinderen krijgen
dan op verschillende manieren les, hetwelk inderdaad een desorganisatie van
het onderwijs tengevolge heeft welke de ouders buitengewoon onaangenaam
vinden. Op grond daarvan heeft de onderwijscommissie er op aangedrongen
mevr. Gorter te laten keuren voor vervroegd pensioen. Dat burgemeester
en wethouders dit hebben gedaan juicht spreekster toe. Zij vindt zelfs dat
burgemeester en wethouders in hun taak tekort zouden zijn geschoten als
zij dat in dit geval niet zouden hebben gedaan. Nu de situatie veranderd
is, en er door het verminderd aantal leerlingen iemand voor ontslag in
aanmerking moet komen, vailen het belang van het onderwijs en juris-
prudentie volkomen samen. Het is overduidelijk dat het belang van de
school het ontslag van iemand die door ziekte zo vaak afwezig is, eist.
Spreekster vraagt zich in dit verband af, hoe het mogelijk is dat iemand
die toch voor het onderwijs moet voelen en zö lang het onderwijs heeft ge-
diend, niet heeft ingezien dat zij, nu het geven van onderwijs haar zo moei-
lijk valt, beter gebruik had kunnen maken van de mogelijkheid om vrij-
willig ontslag te nemen. Mevr. Gorter maakt de denkfout, welke ook in het
krantenartikel tot uitdrukking komt, dat de ouders volkomen achter haar
staan. Zowel bij de overplaatsing als in dit geval blijkt dat beslist niet waar
te zijn. De onderwijscommissie kwam tot haar besluit juist op grond van de
houding van de oudercommissie. Als leerkracht wordt mevr. Gorter
door veel ouders gewaardeerd, iedereen weet dat zij een uitstekende leer-
kracht is, maar spreekster weet dat er op ander gebied toch wel klachten
over haar zijn, zodat vele ouders het helemaal niet zo verschrikkelijk
zullen vinden als deze onderwijzeres verdwijnt. Nogmaals, spreekster is het
helemaal eens met de wethouder als hij zegt: „waarom is deze vrouw niet
blij dat zij bij zoveel ziekte en nu het haar zoveel moeite kost om 7 minuten
van haar huis naar school te fietsen, op wachtgeld kan worden gesteld".
Spreekster meent dat er heel veel vrouwen van deze leeftijd zijn die snak-
ken naar vervroegd pensioen.
Deze zaak is eigenlijk al Iang aan de orde. Haar fractie is het in deze
geheel met het beleid van het college eens. Zij betreurt het zeer dat het
bewuste artikel in Haarlems Dagblad is geplaatst en zij vraagt zich af
waarom Haarlems Dagblad zo'n grote plaats en in een dergelijke opmaak,
voor een toch vrij kleine zaak inruimt. Dit is buiten alle proporties als
spreekster daarbij denkt aan de weinige ruimte die voor de raadsverslagen
wordt afgestaan. Hetzelfde is eigenlijk het geval met de brief van de heer
Teeuwen. Het is erg jammer dat dergelijke zaken zo uitvoerig in de krant
komen. Men krijgt hierbij toch wel de indruk dat het gaat om de rel op