27 juni 1968
179
f. Koninklijk besluit van 16 mei 1968, no. 41, houdende ongegrondverkla-
ring van het beroep hetwelk is ingesteld tegen het besluit van gedepu-
teerde staten van Noord-Holland dd. 14 februari 1967, afd. 1, no. 223,
waarbij goedkeuring werd verleend aan het bestemmingsplan „Van
Merlen 1 aan-Kerk 1 aanmet de daarbij behorende voorschriften, en het
alsnog onthouden van goedkeuring aan drie artikelen van deze voor-
schriften.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders worden de
stukken genoemd onder a t/m f, zonder hoofdelijke stemming, voor kennis-
geving aangenomen.
g. verzoek van W. Ostendorf, onderwijzer aan de Dreefschool, dd. 28 mei
1968, hem met ingang van 1 augustus 1968 ontslag te verlenen.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt,
zonder hoofdelijke stemming, besloten het gevraagde ontslag eervol te ver-
lenen met ingang van een nader door hen te bepalen datum.
h. brief van gedeputeerde staten dd. 14 mei 1968, no. 411, houdende toe-
zending van een ontwerp-besluit tot wijziging van de Bezoldigingsrege-
ling secretarissen Noord-Holland 1967, met ingang van 1 mei 1968. Ge-
deputeerde Staten vragen hierover het gevoelen van de raad.
i. idem no. 410 met betrekking tot de Bezoldigingsregeling ontvangers
Noord-Holland 1967.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders kan de
raad zich, zonder hoofdelijke stemming, met deze voorgenomen salaris-
maatregelen verenigen.
j. brief van de heer J. A. Bomans, lid van de raad, inzake verkeerssituatie
in de Jan van Goijenstraat.
De voorzitter merkt ten aanzien hiervan op, dat de rijbaan van de Jan
van Goijenstraat bij de op de overgelegde schetstekening met A en B aan-
gegeven punten inderdaad smaller is; deze versmallingen bedragen respec-
tievelijk 0,35 en 0,50 m. Verbreding van de rijbaan kan geschieden door bij-
trekking van een gedeelte der parkeerstrook. Een en ander zal met het
hertegelen van het parkeerterrein in 1969 worden gerealiseerd.
De raad kan zich met dit antwoord verenigen.
k. schrijven van burgemeester en wethouders dd. 30 mei 1968 no. 2087, aan
het college van gedeputeerde staten der provincie Noord-Holland, hou-
dende bezwaren tegen de ontwerpen van het Secundair- en Tertiair we-
genplan Noord-Holland 1968.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders verenigt
de raad zich met dit bezwaarschrift.
1. brief van de heer G. P. Teeuwen dd. mei 1968 houdende opmerkingen
t.a.v. het gevoerde huisvestingsbeleid, met een daarop door burgemeester
en wethouders aan de raad gegeven uiteenzetting van het geval Van
Vessum.
m. vragen van de raadsleden J. J. L. van Berckel, M. J. M. van der Hulst,
G. W. Kuiper, H. H. Rücker en G. J. Willemse luidende:
„In zijn brief van mei 1968, gericht aan de Raad maakt de heer G. P.
Teeuwen o.a. ernstig bezwaar tegen het gevoerde huisvestingsbeleid ten
aanzien van het bezorgen van een gepaste woonruimte aan de heer Van
Vessum en diens gezin.
Kunnen Burgemeester en Wethouders de aangevoerde bezwaren onder-
schrijven