27 juni 1968
181
uitdrukkingen werkelijk gebezigd zijn en daar gaat het ook niet om.
Spreekster wil er nog eens de nadruk op leggen hoe belangrijk de benade-
ring van de mensen is met hun enorme zorgen. Woningzoekenden zijn na-
tuurlijk nerveus, verstaan en begrijpen de dingen gauw verkeerd. Vriende-
lijkheid, duidelijkheid en zeker ook begrip en soepel optreden, zijn een
eerste vereiste in gesprekken met woningzoekenden, al zal ieder weldenkend
mens begrip hebben voor de buitengewoon zware eisen welke aan een
ambtenaar die dagelijks met deze problemen wordt geconfronteerd, worden
gesteld. Het is voor woningzoekenden, in ellendige omstandigheden verke-
rend, bijna niet te begrijpen hoe machteloos het gemeentebestuur in deze is;
vandaar dat er zoveel wordt uitgelegd als onwil en discriminatie. Een raads-
lid dat door iemand met een geval wordt benaderd zal vaak denken: „hoe
is het mogeiijk en wat is dat verschrikkelijk". Dan gaat zo'n raadslid pra-
ten en dan blijkt vaak dat de zaak heel anders in elkaar zit dan door de
betrokkene was voorgesteld. Er behoeft dan nog helemaal geen sprake te
zijn van kwade wil. Dat de betrokkenen heel erg geneigd zijn de zaak ver-
keerd uit te leggen, is begrijpelijk.
Spreekster wil nog een meer algemeen aspect van deze zaak naar voren
halen. Het ging hier om een gezin van 8 personen dat een woning zocht in
een lage huutklasse. Uit het laatste kwartaalverslag blijkt, dat er 52 ge-
zinnen boven 6 personen als woningzoekend staan ingeschreven, waarvan
waarschijnlijk een groot percentage alleen in de lagere huurklassen terecht
kan. In de raad is al zo vaak, en terecht, het probleem van de alleenstaan-
den en van de verloofde paren aangeroerd, maar spreekster gelooft dat de
zaak Van Vessum een schril licht werpt op de verschrikkelijke moeilijkheden
welke ook voor de grote gezinnen bestaan, omdat toch eigenlijk niet aan te
nemen is dat er in de nieuwbouw voor grote gezinnen zal worden gebouwd
op een wijze die voor hen betaalbaar is. Spreekster vraagt hoe burgemees-
ter en wethouders dit probleem zien en of zij menen dat op den duur, door
doorstroming of wat dan ook, een oplossing voor deze gezinnen zal kunnen
worden gevonden. Kunnen burgemeester en wethouders eens nagaan hoe
het staat met deze 52 ingeschreven gezinnen
Mevr. Vriesendorp zegt uit de brief van de heer Teeuwen te hebben ge-
lezen, dat in het bedrijf van de fa. Carels in het bedrijfstoilet geen gelegen-
heid voor handenwassen is. Spreekster weet dat dit meer voorkomt. Zij
meent dat dit echter niet is toegestaan. Zij acht het belangrijk dat de Keu-
ringsdienst van waren hiervan op de hoogte wordt gesteld. Spreekster
vraagt tot de wethouder van volksgezondheid het verzoek te richten zich
hierover met de Keuringsdienst van waren te verstaan opdat meer toezicht
op dergelijke wantoestanden wordt gehouden.
De vöorzitter, voor de burgemeester de portefeuille van huisvesting waar-
nemend, zal trachten de vragen en opmerkingen te beantwoorden.
De heer Van der Hulst heeft een opmerking gemaakt over de toewijzing
van de woning Schielaan 38. Voor zover sprekers informatie en herinnering
gaan, is, aan het college althans, nooit de vraag voorgelegd of de heer
Van Vessum de woning Schielaan 38 zou mogen betrekken. De bewoner van
dat perceel heeft destijds plannen gehad om te emigreren. Die plannen
namen steeds minder vaste vorm aan. Op een zeker moment, toen men tot
een beslissmg wilde komen, heeft de bewoner, om burgemeester en wet-
houders niet bekende redenen, gezegd, dat zijn plannen niet doorgingen. De
heer Va.n der Hulst suggereert dat de zaak anders zou zijn verlopen. Hii
zegt dat de emigratie niet doorging omdat de heer Van Vessum, wellicht
met emge koopverlichtingen van meubilair, het huis niet mocht be-
trekken. Spreker weet niet of het zo gegaan is, maar aan burgemeester en
wethouders îs nooit de vraag voorgelegd of dit huis aan Van Vessum kon
worden toegewezen. Sprekers informatie bij de afd. huisvesting luidt dat