216 25 juli 1968 en mag worden verwacht. Naar sprekers mening durft de heer Hoog-eveen de verantwoordehjkheid daarvoor niet aan. Hij heeft dat is snreker moU1iikhedenVaHofrk T voldoende vertrouwen in de bestaande mogelijkheden. Het îs voor spreker een onbegrijpelijke zaak eigenliik met zô onbegrijpeiük - dat de heer Hoogeveen het wêl wil proberon met h ra,g ln totaal f 30.000,lager ligt dan vervat in het voorstel n ^urgemeester en wethouders, alleen met de zekerheid daarbij dat hij dat bedrag nOOIt zal behoeven terug te betalen. Spreker vindt dat een droegVdeSheerVHn T de verantw°°rdelijkheid. In het bestaande besluit oeg de heer Hoogeveen de verantwoordelijkheid voor het omhooe bren- gen van de resultaten van het theater. In het nieuwe voorstel heeft htt dL verantwoordelijkheid met meer en daarom is hij bereid een belangrijk [ijkheki dragen"1 SChleten; dat doet hÖ dan liever dan zelf verantwoorde- Spreker ziet ook helemaal niet in waarom de heer Hoogeveen het voor- 'l5!ende voorstel dat v°or hem dus slechter is dan het voorstel dat door de raad îs g"edaan, wel wil aanvaarden. Bovendien wordt er, zoals de heer Scheer terecht opmerkte niet meer fe knannen°Vnaf benodlgde bedra& van f 50.000,— om het'theater op te knappen. Dat wordt eenvoudig weggelaten. Er wordt wel gezegd dat enkele personeelsleden van het theater bereid zijn in hun vrije urtl mfe helPen aan het opknappen van het theater, maar dat kan natuurliik nooit staan tegenover de f 50.000,- die daarvoor nciig zijn dat is geen altematief. Een opknapbeurt van het theater is de eerste' voorwaarde om nog îets van dit theater to maken hefconege^ *uiter heeftgezegd dat er een communicatiestoring tussen het COllege of de raad en de heer Hoogeveen is. Misschien is die commu- nief mgaer We maar dan van de ziJde van de heer Hoogeveen Het met aanvaarden van verantwoordelijkheid voor iets waarvan de heer Hoogeveen zegt dat het zijn levenswerk is en zijn enorme interesse heeft naast heeft deTTn^R T af ka° komen' begTijpt spreker niet. Daar- naast heeft de heer De Ruiter gesteld dat de heer Hoogeveen een nrivé- persoon îs met eigen verantwoordelijkheid voor zijn gezin Dat is een zaak waar echter nu niet over gesproken kan worden. Die verantwoordTlhlSSd heeft hij altijd gehad en daarop is hij door zijn adviseurs maar ook door burgemeester en wethouders vele malen gewezen. Spreke™ gelorft niel dat dit een omstandigheid îs waar de raad plotseling voor op zij kan gaan en moet besluiten om meer subsidie te geven. Spreker is iftegendef 1 dT wijls verweten dat hij er steeds op wels dat men te doen hld met een prive-persoon, een zakelijke ondememer met eigen verantwoordeliikheid Men zei dan dat spreker er rekening mee moest houden dat het een cul tureie instelling betrof en dat hij daar wat voor over moeft hebben Door de heer De Ruiter en mevr. Cohen is ten aanzien van het Minerva- Tn fL8 hnoofdrh8em:mkt met de schouwburg in Haarlem waar- of hoofd van de bevolkmg zoveel meer ten koste wordt gelegd met dfsifd h T6n h6t Minervatheater toch moeilijk kan vergllijke HfLfern MefCf0oThUrëî Amsterdam zelfs nlet met de sehouwburg in Haariem. Men moet hierin toch ook reëel blijven en spreker is van meninc de voorstanders van dit voorstel dit niet altijd blijven Spreker heeft een lijstje welk lijstje ook door enkele leden van de raad is gehMteffd Tnt^TlTefen lles^iit966 mihet Mmervatheater zijn gehouden, welk aantai m 1967 en 1968 met zoveel îs veranderd. In de eerste Dlaats is het Mmervatheater m hoofdzaak een bioscoop. Een bioscoop pleegt de ge Tmhik If wef P-edmm1 06| T de jaarliJkse subsidie werd dat Wannéer falst Isf andere gemeenten subsidiëren bioscopen niet. nofmd L Tn f if oscooPvoorstellmgen 106 manifestaties worden ge- noemd die dan culturele zouden moeten zijn, dan ligt die verhoudinp- «1 met bijzonder gunstig. Onder die 106 cultufel'e manifStfües opgfno

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 20