200
25 juli 1968
Noord-Holland op het punt stond deze aanvrage te doen, of dat het
andersom is. Dit komt er eigenlijk niet zoveel op aan.
Spreker moet zeggen dat het geheel hem toch niet bevredigt. Er schijnt j
een zeker gevecht gaande te zijn om een subsidiepot, en het lijkt wel of
dat belangrijker is dan het doel dat wordt nagestreefd. Spreker vindt dat
ontzaglijk jammer want het gaat uiteindelijk om het doel. Ook heeft
spreker in de stukken de uitdrukking „tendentieuse berichtgeving" ge-
lezen. Hij vindt dat soort benamingen in dergelijke aanvragen altijd wat
minder aangenaam, maar hij wil dat graag laten voor wat het is.
Het college stelt nu voor de beide subsidieaanvragen niet in te willigen.
Spreker is wel bereid om zijn stem aan raadsstuk no. 99 te geven, maar
zoals de zaken nu liggen heeft hij nog geen voldoende inzicht in wat de
beide confessionele stichtingen nu eigenlijk willen gaan doen of wat beide
misschien willen nalaten. Het gaat hem dan ook op dit moment te ver om
de subsidieaanvragen zonder meer af te wijzen. Spreker meent dat in de
toelichting van de Stichting Noord-Holland wordt gesteld, dat men wil
gaan werken met geschoolde psychologen. Spreker dacht dat ook de con-
fessionele stichtingen alreeds een aantal jaren met zeer deskundige mede-
werkers werken. Er schijnt tot voor een jaar tussen dit tweetal wel een
vorm van samenwerking te hebben bestaan. Waarom die samenwerking
op het ogenblik niet meer bestaat is spreker niet helemaal duidelijk ge-
worden. Spreker vraagt de subsidieaanvragen van de beide confessionele
stichtingen niet af te wijzen maar deze aanvragen aan te houden, opdat
wat meer licht kan worden verschaft in de toekomstige werkzaamheden
van de diverse stichtingen.
Mevr. Gaasterland zegt dat de Stichting Geestelijke Volksgezondheid in
Noord-Holland en de Stichting voor School- en Beroepskeuze in Noord-
Holland sedert 1961 afzonderlijk bestaan, terwijl in 1962 besloten werd
de adviezen inzake school- en beroepskeuze alleen te geven in het kader
van de volksgezondheid. Volgens informaties van de beide stichtingen
zelve, is de financiële regeling als volgt. De stichting voor school- en
beroepskeuze ontvangt geen bedrag per ingezetene per boekjaar. Wel
geven sommige gemeenten en schoolbesturen een tegemoetkoming in de
aanvullende bijdragen welke aan de ouders per onderzoek worden bere-
kend. Hoe dit met deze gemeente is geregeld zal spreekster gaame horen.
De tekorten van de Stichting voor School- en Beroepskeuze in Noord-Hol-
iand worden gedekt door de Stichting Geestelijke Volksgezondheid in
Noord-Holland. De gemeentelijke bijdragen voor de Stichting geestelijke
volksgezondheid worden dus wei degelijk mede gebruikt voor de Stichting
school- en beroepskeuze. De Stichting Katholiek bureau voor school- en
beroepskeuze is al 40 jaar in Noord-Holland werkzaam, terwijl de Chris-
telijke stichting hiertoe besloot in 1964. In 1967 zijn de Stichting Katholiek
Bureau voor school- en beroepskeuze te Rotterdam en de Katholieke
Stichting voor school- en beroepskeuze in Noord-Holland gefuseerd omdat
men hierin een middel zag om de capaciteit te vergroten. In Alkmaar
kon men n.l. niet terecht wegens gebrek aan mankracht. Door de beide
confessionele stichtingen worden nu dezelfde subsidierechten gevraagd als
aan de Stichting Noord-Holland zullen worden gegeven. Nu aan de Stich-
ting voor school- en beroepskeuze in Noord-Holland deze subsidie zal
worden gegeven, zij het dan verkapt, zoals spreekster al uiteenzette, vindt
haar fractie het op zijn minst onredelijk dat burgemeester en wethouders
zonder meer voorstellen, aan de confessionele stichtingen geen subsidie
te verlenen. Alvorens haar fractie haar stem aan raadsstuk no. 99 zal
geven, verzoekt zij het college zich alsnog over de ingediende subsidie-
aanvragen te beraden.
Wethouder Corver antwoordt dat burgemeester en wethouders eind
vorig jaar besprekingen hebben geopend met de Stichting Geestelijke