345
13 december 1968
De heer Van Berckel vraagt of in het huurcontract met de weverij
De Ploeg is opgenomen dat de bezoekers vrije toegang hebben.
De voorzitter: ,,Ja, alles is geregeld."
Punt 19
De heer de Buiter dankt voor de toezegging dat een onderzoek zal
worden ingesteld naar de mogelijkheid van uitbreiding van het tennis-
banencomplex in Groenendaal. Spreker meent dat het mogelijk moet zijn,
gezien de geweldige groei van de tennissport, om deze banen te doen
aanleggen zonder dat hieruit bijzonder zware exploitatielasten voor de
gemeente voortkomen. Dat mag misschien een extra stimulans voor bur-
gemeester en wethouders zijn om het onderzoek ter hand te nemen.
Spreker wil van deze gelegenheid gebruik maken om de waardering
van zijn fractie uit te spreken voor de wijze waarop het personeel van
de sportstichting het laatste jaar het open tennistournooi heeft georga-
niseerd. Dit tournooi is een doorslaggevend succes geweest, waar ten-
nissers van de laagste tot de hoogste kwaliteit met veel plezier aan heb-
ben deelgenomen. Het was een bijna uniek evenement.
Mevr. Cohen vraagt of bij het onderzoek naar de mogelijkheid van
uitbreiding van het tennisbanencomplex de sportstichting betrokken zal
worden.
Wethouder mevr. Van der Meulen dankt voor de waarderende woor-
den van de heer de Ruiter. Wat de vraag van mevr. Cohen betreft gelooft
spreekster dat het college t.z.t. hierover het advies van de sportstichting
zal vragen.
Punt 20
Mevr. Cohen bedankt het college voor de uitvoerige beantwoording
van deze vraag. Haar fractie moet tot haar spijt zeggen dat het natuur-
lijk juist is dat het badhuis nog steeds een functie heeft. Haar fractie
betreurt het dat in 65 woningen geen mogelijkheid bestaat een badgele-
genheid te maken. Vooralsnog ziet haar fractie geen andere oplossing
dan het handhaven van het badhuis.
Punt 21
De heer de Buiter zegt dat de ijsbaan ieder jaar wel even aan de orde
komt. Gisteren is gesproken over de vertraging van de bouw van het
Diaconessenhuis. Spreker gelooft niet dat dit een prettige zaak is, zelfs
niet voor de ijsbaan. Spreker vraagt hoelang het mogelijk is de ijsbaan
ter plaatse in stand te houden, daarbij rekening houdend met de moge-
lijkheid om tijdens de bouw van het ziekenhuis de baan nog in tact te
laten en met de mogelijkheid de verdere bebouwing van de Schouw-
broekerpolder zo te organiseren dat het stukje ijsbaan pas het laatste
bebouwd wordt. Het is spreker n.l. opgevallen dat het ziekenhuis maar
een bijzonder klein gedeelte van de ijsbaan in beslag neemt. Het over-
grote deel, 98 ligt buiten het ijsbaanterrein. Mogelijk kan met goed
organiseren die baan nog een jaar of 5 op die wijze in tact worden ge-
houden.
De heer Scheer zou graag van het college de concrete toezegging heb-
ben dat er geen vacuum zal ontstaan tussen het tijdstip van het sluiten
van de thans bestaande ijsbaan en de mogelijkheid van het openen van
de nieuwe ijsbaan. Spreker zou toch nog weer een lans willen breken
voor het situeren van de ijsbaan aan de Vrijheidsdreef. Daartegen zijn
een paar bezwaren ingebracht o.a. betreffende het hekwerk en de op-
stallen. Wat het hekwerk betreft kan van een verplaatsbaar hek gebruik
