349 13 december 1968 dat zij dit bij de komende begrotingsbehandeling zullen doen, is spreker al weer tevreden. De voorzitter antwoordt dat het in genen dele een onderonsje is van de colleges van burgemeester en wethouders. Er zijn kringen van portefeuil- lehouders gevormd die regelmatig vergaderen. Zo zal o.a. de kring voor de planologie, waarin wethouder van Wijk een vooraanstaande plaats inneemt, bij gedeputeerde staten protesteren tegen het feit dat de tra- cé's voor de oost-west- en noord-zuid-verbindingen nog steeds niet zijn vastgesteld. In alle kringen is een regelmatig en groeiend contact waar- van men echter geen spectaculaire resultaten moet verwachten die in het openbaar duidelijk naar voren komen. Men groeit naar elkaar toe en de wil is aanwezig om een bestuurseenheid te vormen. Op allerlei gebied zijn er contactpunten en is de basis gelegd voor nauwere samenwerking. De heer Verkouw: „Als u dat in uw antwoord zo had uiteengezet, had u een aantal vragen kunnen voorkomen." De voorzitter: „Och, wij vinden vragen wel eens prettig. Niet alle." Punt 30 De heer Van Berckel zegt dat in het antwoord staat: dat de Raad voor de gemeentefinanciën meer aangewezen is om met betrekking tot de ver- goedingsnormen voor de eigen gemeentepolitie met de regering te onder- handelen. Spreker vraagt of die raad bij de wet is ingesteld of dat dit een commissie is van de Vereniging van Nederlandsche Gemeenten. De voorzitter: ,,Bij de wet ingesteld." De heer Van Berckel: ,,Ik heb hierover in de gemeentewet niets kun- nen vinden." De voorzitter: „Het is geregeld in de wet Financiële verhouding tus- sen rijk en gemeenten." Punt 33 De heer Scheer zegt dat burgemeester en wethouders schrijven: „Wij zullen bij de aanleg van nieuwe verkeerslichten deze mogelijkheid on- der het oog zien." Dit antwoord heeft spreker niet bevredigd. In de eerste plaats zullen er niet zoveel nieuwe verkeerslichten meer geplaatst wor- den; misschien op het Wipperplein en nog een keer op de Heemsteedse Dreef, maar dan is het toch wel gebeurd. Toen spreker deze vraag stelde en daarna deze vraag ook in de verkeerscommissie ter sprake kwam, wist spreker niet wat hij nu weet n.l., dat in de gemeente Haarlem aan- vankelijk ook geen onderlichten aanwezig waren. Men heeft die suc- cessievelijk en men is daar nog mee bezig op bepaalde verkeers- lichten aangebracht. In de tweede plaats heeft spreker zich in verbin- ding gesteld met de leverancier van dergelijke lichten, waarbij hem bleek dat het wel degelijk mogelijk is bij dubbele verkeerslichten, dus voor doorgaand en afslaand verkeer, twee kleine liehten onderaan aan te brengen en wel voor het doorgaande verkeer gewoon rond licht en voor het afslaande verkeer een pijltje. Spreker zou alsnog in het be- lang van de veiligheid van het verkeer een beroep op het college willen doen de bestaande verkeerslichten te voorzien van onderlichten. De voorzitter ziet deze zaak niet zozeer als een belang voor de veilig- heid van het verkeer maar meer als een service aan de weggebruikers. Als het aanbrengen van onderlichten van grote importantie was voor de veiligheid van het verkeer, zou er natuurlijk alles voor te zeggen zijn deze verandering aan te brengen. Spreker wil toegeven dat dit technisch

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 20