379
13 december 1968
dat dit niet kan omdat ter plaatse geen restaurant hoort. Spreekster zou
graag eens vernemen wat werkelijk de beweegredenen van burgemeester
en wethouders zijn geweest om dit verzoek niet toe te staan.
De voorzitter wijst er op dat bij inwilliging van het verzoek het huis
onttrokken zou worden aan de woningvoorraad omdat het zijn bestem-
ming verliest. Daarvoor is vergunning van burgemeester en wethouders
nodig. Burgemeester en wethouders hebben gemeend, gezien de plaats
waar het huis staat n.l. viak bij een druk kruispunt, bepaalde voorwaar-
den te moeten stellen. Zij waren bereid de nodige vergunning te verlenen
mits aan hun voorwaarden werd voldaan. Dan zou er dus gezorgd moeten
worden voor voldoende parkeerruimte en voor een inrit. Dit geval heeft
niets te maken met wat zojuist aan de orde is gesteld. Het gaat hier
over het wijzigen van de bestemming van het huis.
Mevr. Vriesendorp vindt, dat, wanneer men een dergelijk huis niet als
woonhuis kan verkopen er is tegenwoordig weinig animo voor derge-
lijke grote huizen het niet meer dan reëel is dat burgemeester en wet-
houders een burger helpen die in zo'n moeilijke positie verkeert. Eien
restaurant zou voor onze gemeente echt geen luxe zijn. Spreekster gelooft
zelfs dat vele mensen hier heel blij mee zouden zijn. De geëiste ver-
keersvoorziening vindt spreekster helemaal niet nodig. Waarom moet bij
dat restaurant een parkeerplaats komen Dat ziet zij werkelijk niet in.
De voorzitter zegt dat de koop niet is afgesprongen op grond van het
niet verlenen van medewerking door het gemeentebestuur maar om rede-
nen van de koper zelf. Burgemeester en wethouders hebben nog speciaal
een lid van het college afgevaardigd om met de betrokkenen contact op
te nemen en te proberen een oplossing te vinden. Dat is buiten toedoen van
het college niet doorgegaan. Mevr. Vriesendorp moet deze kwestie niet
zô stellen dat het over een gewone verkoop van een woning gaat. Zij
haakt in op een algemene vraag van de heer Rücker betreffende het huis-
vestingsbeleid door een bijzonder geval naar voren te brengen dat het
onttrekken van een woning aan de woningvoorraad betreft door het daar-
in vestigen van een Chinees restaurant met de daaraan verbonden even-
tuele bezwaren voor de omwonenden, gelegen bij een bijzonder gevaarlijke
hoek, terwijl parkeerruimte en een inrit bij het huis ontbreken.
Mevr. Vriesendorp ziet al de argumenten die de voorzitter opnoemt als
niet juist. Zij zou de wethouder van volkshuisvesting willen vragen hoe
hij over deze zaak denkt.
De voorzitter zegt namens het college te hebben geantwoord. Als de
wethouder nog iets hierover wil zeggen zal hij dat wel doen.
Mevr. Vriesendorp vindt de argumenten van de voorzitter niet steek-
houdend. Als de voorzitter de bezwaren van de adspirant koper waarop
de koop is afgesprongen niet wil zeggen, kan spreekster er niet over pra-
ten. Zij wacht graag een ander antwoord af.
Wethouder Van Wijk zegt dat wanneer een huis, door welke omstan-
digheden ook, sterk in waarde vermindert en als woonhuis moeilijk meer
bruikbaar is, dat op zichzelf voor de overheid nog geen aanleiding is om
coûte que coûte toe te staan dat daarin een bedrijf wordt gevestigd te-
meer niet als zo'n huis midden in een woonwijk ligt. In zo'n speeiaal' ge-
val zouden de buren zeker daarover moeten worden gehoord. Mevr Vrie-
sendorp moet zich eens voorstellen dat in de Zomerlaan naast haar wo-
ning een Chinees restaurant wordt geopend.
Mevr. Vriesendorp: „Dat zou heerlijk dichtbij zijn."
Wethouder Van Wijk: ,,Dat is heerlijk dichtbij, maar als u gegeten
hebt zegt u misschien: „ik wou dat dat ding in brand stond". Burgemees-