381
13 december 1968
woningnood meer is. Daar geldt een veel soepeler regeling dan in het
westen. Haarlem, Bloemendaal en Heemstede hebben gemeenschappelijke
richtlijnen samengesteld die zij nu nog dienstig oordelen. Burgemeester k
en wethouders beseffen natuurlijk wel dat in de toekomst een soepeler
regeling voor de door de heer De Ruiter bedoelde groep tot stand moet
komen. De heer De Ruiter moet echter niet denken dat burgemeester en
wethouders in alle gevallen maar star vasthouden aan de bestaande rege-
ling. In gevallen waarin het college bijzondere omstandigheden aanwezig
acht, wijken burgemeester en wethouders wel van de regels af. Zô moet
de heer De Ruiter het zien. Er zijn nu eenmaal bepaalde huizen waarvan
de verkoop helaas nog niet kan worden vrijgegeven omdat de mogelijk-
heid bestaat dat daarmede woningzoekenden uit Heemstede kunnen
worden geholpen. Verfijning van de regeling kan alleen plaats vinden in
overleg met de andere daarbij betrokken gemeenten. Burgemeester en
wethouders betreuren het dat de door de heer Ruiter genoemde gemeen-
ten nog niet bereid zijn de soepele houding van Heemstede, Haarlem en
Bloemendaal te volgen. Steeds wanneer op die gemeenten voor een be-
paald geval een beroep wordt gedaan om mee te werken, wordt de weg
botweg geblokkeerd. Het lijkt spreker op dit ogenblik nog niet mogelijk
terug te keren naar wat 10 jaar geïeden wel mogelijk was.
De heer De Ruiter: ,,Helemaal bevredigend is uw antwoord niet."
De voorzitter: „U hebt rekening te houden met de feiten. Ik kan u
hoogstens toezeggen dat dit zal worden besproken in de I.S.K.-Kring van
portefeuillehouders."
De heer De Ruiter: ,,Ik dank u voor deze toezegging."
Punt 56
Mevr. Cohen zegt verleden jaar een uitvoerig betoog te hebben gehou-
den om aan te tonen hoe noodzakelijk het was dat er een doorstroming
van de leden van de welstandscommissie kwam. Spreekster heeft toen de
toezegging van de wethouder voor volkshuisvesting gevraagd of de ver-
ordening op de welstandscommissie niet voor wijziging in aanmerking
kwam. Nu antwoorden burgemeester en wethouders op een gelijke vraag:
,,Indien een wijziging van de verordening op deze commissie gewenst
blijkt, zullen wij de raad een voorstel terzake doen." Spreekster meent
ook dat het niet haar taak is om weer uiteen te zetten waarom het ge-
wenst is dat een doorstroming in de welstandscommissie tot stand komt.
Het grote bezwaar van de wethouder was, dat het zo moeilijk is om
architecten aan te trekken die dit werk willen doen. Spreekster wil er dan
op attenderen, dat verleden jaar in Zandvoort een wijziging van een ge-
lijke verordening heeft plaats gehad in de geest zoals spreekster voor-
staat. De aanleiding tot deze wijziging was een verzoek van de Kon.
Maatschappij tot bevordering van de bouwkunst. Spreekster zal voor-
lezen wat burgemeester en wethouders van Zandvoort daarover aan de
raad schreven. ,,De Koninklijke Maatschappij tot bevordering van de
bouwkunst heeft in een brief van 25 januari 1968 de wens te kennen ge-
geven, dat in de verordening regelende de samenstelling en de werking
van de schoonheidscommissie enige wijzigingen worden aangebracht, ten-
einde het welstandstoezicht doelmatiger te regelen dan thans het geval
is. Bedoelde Mij. wijst in dat verband op het rapport van de commissie
van het welstandstoezicht en de supervisie, waarin o.m. wordt opge-
merkt dat men bij de welstandsbeoordeling moet streven naar objectivi-
teit maar ook met vermijding van voorkeur, een kwaad dat niet gauw
wordt onderkend maar toch wel eens voorkomt. Met het oog op een en
ander is het zeer gewenst dat in de schoonheidscommissie een voort-
durende wisseling plaats vindt, althans voor wat de niet-ambtelijke le-
