13 december 1968 392 Wethouder Corver zegt dat het in verband met zijn zwanenzang, het misschien met het oog op de continuïteit beter zal zijn dat mevr. van der Meulen hierop, een naar spreker dacht positief, antwoord zou geven. Wethouder mevr. Van der Meulen wil dat positieve antwoord graag geven. Het is zo, dat ook voor het college nog tal van dingen niet hele- maal bekend zijn. Burgemeester en wethouders moeten zich nog goed laten voorlichten door de Stichting Geestelijke Volksgezondheid over wat momenteel gedaan kan worden en wat men in de toekomst denkt te moe- ten doen. In het toegezegde voorstel zullen ook de vragen van de heer De Ruiter belicht worden. Punt 73 De heer WUlemse wil in samenhang met vraag 74 nog iets opmerken In de enkele vergaderingen met hoofden van scholen die spreker heeft mogen meemaken, is veel over de schoolpsychologische begeleiding van de kinderen gesproken. Daarbij kwam wel in het bijzonder naar voren dat wanneer een eerste onderzoek van een schoolpsychologische dienst heeft plaatsgevonden en een zekere selectie is toegepast, blijkt dat er een aan- tal kinderen door de zeef valt dat niet in aanmerking komt voor een LOM-school maar toch duidelijk beneden het normale gemiddelde van de klas blijft. Op elke school doet zich het probleem voor dat niet vol- doende leerkrachten beschikbaar zijn of dat er geen tijd voor is of dat het niet past in het normale leerplan, om aan deze kinderen de extra begeleiding te geven die zij nodig hebben. Tot deze conclusie zal straks de Stichting voor de Geestelijke Volksgezondheid ook wel komen. Dan staat men voor de vraag: wat nu. Want uitselecteren is natuurlijk pas de eerste stap en de volgende, naar sprekers mening veel belangrijker stap îs de verdere begeleiding. In dat verband doet het spreker bijzon- der veel genoegen dat burgemeester en wethouders in vraag 74 stellen at zij de resultaten van de Stiehting Geestelijke Volksgezondheid nauw- keung zullen volgen en dat het dan mogelijk overweging verdient remedial teachers m dienst te nemen. Spreker dacht dat dat een noodzakelijk uit- vloeisel zal moeten zijn van deze onderzoeken. Hij vraagt aan burge- meester en wethouders aan deze materie straks hun volle aandacht te geven. Mevr. Vriesendorp merkt op dat er al heel veel over de schoolpsycho- Iogische begeleiding is gezegd. Ook in kleine kring is hierover gespro- Spreekster wii graag in het openbaar zeggen hoe bijzonder blij zij is dat de wethouders beiden zo geweldig actief in deze zaak zijn. Wethouder mevr. Van der Meulen antwoordt dat natuurlijk, wanneer de selectie van de kinderen heeft plaats gevonden, ook een oplossing moet ^ez,°°ht voor de kinderen die door de zeef vallen en niet naar een LOM-school kunnen. Het staat nog niet helemaal vast welke oplossing dit moet zijn. Misschien ligt dat voor het ene kind anders dan voor het an- ,re kind. Wel wordt gemeend dat door deze onderzoekingen misschien minder kinderen naar een LOM-school of scholen voor buitengewoon on- derwijs behoeven te worden verwezen, maar dat is nog niet zeker. Bur- gemeester en wethouders zullen deze zaak met aandacht volgen Natuur- hjk zullen de kinderen die begeleiding nodig hebben niet in de steek worden gelaten. Punt 75 ,,JlTuC°hCn dat deze vraag tot haar vreugde positief is beant- woord. Hier speelt misschien nog een ander element een rol, n.l. de school- njpheid van de eerste klasse. Spreekster heeft die vraag gesteld zon- eigenlijk te weten hoeveel kinderen gemiddeld in de eerste klas ble-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 63