393 13 december 1968 ven zitten. Zij is heel blij met de haar verstrekte gegevens. Daaruit blijkt, dat in de jaren 1966, 1967 en 1968 er meer dan 30 kinderen in de eerste klas zijn blijven zitten, hetgeen spreekster een zeer groot aantal vindt. Als het experiment in Den Haag heeft plaatsgevonden is er alle aanlei- ding daar aandacht aan te schenken. Spreekster is verheugd dat de wet- houder heeft toegezegd dit ook te zullen doen. Punt 77 Mevr. Cohen zegt dat haar fractievoorzitter bijzonder aardige woor- den tot de scheidemde wethouder heeft gesproken. Het is spreeksters taak om iets minder aardige woorden te spreken. Spreekster heeft met aan- dacht geluisterd naar de woorden van de heer Rücker, die meende te be- speuren dat er meer Eictiviteit bij het college kwam tegen de tijd dat de behandeling van de begroting naderde. Hij zei dat in verband met het ge- bouw voor Oipenbare werken en de bedrijven. Spreekster wil het dan hebben over een heel wat minder belangrijk en kleiner onderwerp, maar het spreekt wel duidelijker aan. Bovendien is het een onderwerp dat geen cent kost en spreekster dacht dat de wethouder van financiën daar bij- zonder gevoelig voor zou zijn. De wethouder van onderwijs en van finan- ciën heeft met betrekking tot deze vraag niet gedaan wat hij reeds eer- der had toegezegd. Burgemeester en wethouders antwoorden nu dat met deze voorlichting op 5 november een aanvang is gemaakt. Spreekster kan onmogelijk zeggen dat zij over deze mededeling bijzonder verheugd is. Zij had n.l. liever een verslag van de wethouder gehad van hoe het met deze voorlichting op de scholen is gegaan en wie er aan hebben deel- genomen. Misschien kan de wethouder vertellen hoe het dan, naar spreek- ster aanneemt, die ene keer is gelopen. Zij kan niet zeggen dat zij dit een bevredigende gang van zaken vindt, al gaat het dan om een zaak, die niet van heel groot belang is. Toch dacht haar fractie wel, dat het bij- zonder goed was dat kinderen al op heel jeugdige leeftijd in aanraking worden gebracht met dingen uit het maatschappelijk leven waar zij later toch altijd mee te maken krijgen, en dat zij op een plezierige manier daarover worden voorgelicht. Het spijt spreekster dat dit de laatste jaren niet is gebeurd. Zij hoopt dat in de toekomst de nieuwe wethouder van onderwijs deze dingen zal kunnen herstellen. De heer Van der Hulst zegt dat dit korte antwoord van burgemeester en wethouders aanleiding geeft tot het vragen van meer bijzonderheden; het antwoord dus wat meer verpakt. Wethouder Corver wist op 5 november al dat mevr. Cohen hiernaar zou vragen. Spreker wil niet zeggen dat dit de enige aanleiding is geweest dat hij Qp 5 november zelf met deze voorlichting begonnen is. Hij had dat inderdaad toegezegd, er was alleen niets van gekomen. Spreker heeft ervaren dat het helemaal niet zo eenvoudig is als werd gedacht. Spreker heeft een paar klassen van de Bronstee mavo-school eens wat verteld over de zaken die hij in de Heemsteedse maatschappij pleegt te behartigen. Hij kan niet anders zeggen dan dat daar wei belangstelling voor was. Er werden echter ook vragen gesteld die bij een dergelijke voorlichting helemaal niet thuis horen. Dat waren detail-vragen die wel door het onderwijzend personeel hadden kunnen worden beantwoord. Spreker was stellig van plan geweest om vôör de begrotingsbehande- ling nog verder te gaan met deze voorlichting, maar hij heeft dat expres niet gedaan. Hij heeft n.l. de jongelui aan het eind van zijn voorlichting gevraagd, waar zij nu de meeste belangstelling voor hadden. Dat lag voor een groot deel op terreinen waar spreker zo direct geen voorlichting uit de mouw kon schudden. Zo hadden 2 of 3 jongelui belangstelling voor een bepaald terrein en de rest interesseerde dat dan weer helemaal niet. En zo waren er telkens heel kleine groepjes geïnteresseerd voor een heel gespe-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 64