397
13 december 1968
schortende of ontbindende voorwaarden. Spreker gelooft dat het ontbre-
ken van een uitspraak van de raad dan de onderhandelingen als zodanig
niet behoeft te belemmeren.
De voorzitter meent dat dit een schakel te ver is. Deze man heeft het
theater niet gekocht. Hij heeft wellicht een bod gedaan. Op zijn vraag
hebben burgemeester en wethouders, teneinde hem niet in zijn onderhan-
delingen te belemmeren, geantwoord, dat hij eventueel zou kunnen reke-
nen op een bijdrage van 30.000 maximaal.
De heer Bomans vindt dat de situatie veranderd is nu ook gebruik
kan worden gemaakt van de toneelzaal van het College Hageveld. Spre-
ker vindt het prematuur om, vooruitlopend op het gebruik dat van die
zaal zal worden gemaakt, nu al te zeggen dat weer een subsidie zal wor-
den gegeven aan de exploitant van het Minervatheater.
De heer Willemse gelooft dat de raad het uitgangspunt van de heer
Bomans moet volgen. Er wordt op het ogenblik gebruik gemaakt van
andere zalen. Wanneer er weer een mogelijkheid is dat het Minerva-
theater zijn functie, in de goede betekenis, weer zou krijgen, gelooft
spreker niet teveel te zeggen dat zijn fractie welwillend tegenover een
nieuwe subsidieaanvrage zal staan. Op dit moment wil spreker niet ver-
der gaan.
De heer Verkouw gelooft dat het gesprokene door mevr. Cohen en
de heren De Ruiter en Willemse zö moet worden verstaan, dat de raad
als het ware zegt dat het college machtiging heeft om te onderhande-
len. Spreker kan zich voorstellen dat het college niet verder wil gaan
dan wat ook voor de heer Hoogeveen is gedaan. Als zou blijken dat de
zaak zou lukken door 35.000 subsidie te geven, en burgemeester en
wethouders hebben de overtuiging dat zij met een goede exploitant te
maken hehben, die goede programma's zal geven
De voorzitter: „Nu begint u al, met goede programma's en dit en dat;
wij weten niets."
De heer Verkouw: ,,Wij bedoelen het college een stimulans te geven
dat het zich niet in boeien geketend behoeft te voelen."
De voorzitter: ,,Wij hebben gezegd: behoudens goedkeuring van de
raad kunt u rekenen op onze medewerking. Meer kunnen wij toch niet
doen."
De heer Bücker gelooft wel dat uit hetgeen over deze kwestie is ge-
zegd, blijkt, dat de raad in zijn algemeenheid zeker niet afwijzend staat
tegenover een gefundeerd voorstel van het college ten aanzien van het
verlenen van subsidie voor het Minervatheater. De toekomstige exploi-
tant wordt op het ogenblik niet belemmerd in zijn onderhandelingen
want als men het over alle detaüs eens is, kan hij het al of niet door-
gaan van de koop afhankelijk stellen van opschortende of ontbindende
voorwaarden, zoals het niet subsidiëren door de gemeente.
De voorzitter zegt dat de adspirant-koper precies weet waar hij op
mag rekenen behoudens goedkeuring van de raad. Verder moeten wij af-
wachten. Er is geen koop gesloten, er is nog niets gebeurd.
De heer Bücker: ,,Zö positief heb ik het ook niet begrepen."
De heer De Buiter zegt dat hij vrede heeft met de gedane toezegging
zoals door de voorzitter geformuleerd. Spreker gelooft dat deze voldoen-
de zal zijn om, als de onderhandelingen serieus zijn, deze tot een goed
einde te brengen. In dit stadium legt spreker zich er verder graag bij
neer. Het zal althans niet van de gemeente afhangen of er een positief
resultaat bereikt zal worden.