335 13 december 1968 Wethouder Van Wijk antwoordt, dat reeds lang geleden aan de direc- teuren van de beide bedrijven opdracht is gegeven om eerst voor zichzelf en daarna tezamen en in vereniging, een programma van althans hún eisen op te stellen en bij burgemeester en wethouders in te dienen. Dat is inmiddels gebeurd. Het zou kunnen zijn dat het inmiddels aan de archi- tect is doorgezonden. Het tempo is inderdaad te laag geweest. Het komt meer voor dat zulke zaken niet zo gauw van de grond komen. Spreker gelooft niet dat begrotingsvergaderingen invloed hebben op de voortgang van deze zaken althans is daar in dit geval bepaald niet op gewerkt. Na- tuurlijk heeft dit alles ook te maken gehad met de vraag wanneer aan een iergelijk werk kan worden begonnen. Spreker heeft altijd gezegd dat men zich daar niet teveel aan moet storen. De plannen moeten klaar hggen opdat, wanneer de financiering is geregeld, direct kan worden be- gonnen. Spreker heeft het gevoel dat het zeker niet tot de volgende be- grotingsvergadering zal duren dat burgemeester en wethouders de de- finitieve plannen zullen hebben. De heer Rücker: ,,Het is al wel 5 december geweest, maar toch zou ik willen zeggen: „Vol verwachting klopt mijn hart." Wethouder Van Wijk: „Dat het moge blijven kloppen." Punt 7 De heer Kuiper had verwacht dat burgemeester en wethouders deze vraag wat positiever zouden hebben benaderd en niet zouden hebben ge- schermd met tarieven die destijds door de Gasunie en de SROG zijn opgesteld. Dat zijn maar adviestarieven waarnaar de gemeente zich kan richten maar waaraan zij niet gebonden is. En dat is ook volkomen lo- gisch omdat er bij een meer of minder goede staat van het buizenstelsel het lekverlies van de onderscheidene gemeenten sterk kan uiteenlopen, zodat afwijkingen van de geadviseerde tarieven zowel naar boven als naar beneden redelijk kunnen zijn. Burgemeester en wethouders geven die mo- gelijkheid in hun memorie van antwoord ook toe. De gemeente Heemstede verkeert, wat het lekverlies betreft dank zij de zeer goede bestrijding hiervan door het gasbedrijf, in een uitzonde- ringspositie. Werd in 1968 nog een lekverlies geraamd van 20 over 1969 wordt dit geraamd tot beneden 10 hetgeen een zeer goede' pres- tatie mag worden genoemd. Het geraamde batig saldo van f 31 600 plus een post voor onvoorzien van pl.m. /31.000 geven spreker aanleiding het college te verzoeken de raad een voorstel te doen toekomen om de tarie- ven voor de groepen I en II te verlagen. Hij vraagt dit niet uit de over- wegmg dat m deze groepen alleen de economisch zwakkeren zitten maar veeleer uit een gevoel van recht en billijkheid. Spreker meent met zijn vraag in goed gezelschap te verkeren omdat ook de minister van Econo- mische Zaken vindt dat de kleinverbruikers in het hoekje zitten waar de slagen vallen. Uit de begroting blijkt dat de tariefgroepen I, H, IH en IV de winst in het laatje brengen. Ten aanzien van groep V, welke het gas geleverd krijgt voor 7% cent per m3, blijkt, dat met een inkoopprijs van 6,8 cent plus bijna 10 lekverlies en de posten salarissen, rente en afschrijvingen op materialen, beneden de kostprijs wordt geleverd. Er- ger is het nog bij de eontracten van 200.000 m» gas; inkoop 5,25 cent verkoop 5,25 cent; dat moet tot verlies leiden. Met de blokverwarming is het nog erger: inkoop 6,8 cent, reductie van 0,3 cent, blijft 6,5 cent; doorverkoop 6,3 cent. Hiervoor wordt dus geleverd beneden de inkoop- pnjs. Uit het hiervoren gestelde blijkt overduidelijk, dat de lasten van het gasbedrijf niet over alle groepen naar evenredigheid zijn verdeeld. Desondanks is spreker bereid om, zoals in de memorie van antwoord is gesteld, het onderzoek dat de minister van Economische Zaken in deze

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1968 | | pagina 6