337
13 december 1968
omdat de verliezen van het water- en elektriciteitsbedrijf groter zijn dan
de gemaakte winst door het gasbedrijf. Zolang' niet aangetoond kan wor-
den dat die toestand zal veranderen, zal sprekers fractie haar medewer-
king aan een tariefverlaging in een van de drie sectoren niet geven.
Spreker wil nog opmerken, dat de vermindering* van het lekverlies van
20 tot 10 door de heer Kuiper genoemd, wel bijzonder indrukwekkend
lijkt, maar in feite een vermindering is van 2 miljoen tot 1.8 miljoen
m3 en dat is dus niet een vermindering van 10 van de totaal-inkoop
maar een vermindering met 10 van het lekverlies zelf. Deze omstan-
digheid en de opmerking van de heer Van den Briel, is voor sprekers
fractie aanleiding op dit moment niet positief te staan tegenover een
verlaging van de gastarieven.
De heer Verkouw zegt dat het vrij uitvoerige betoog van de heer Kui-
Per is uitgelopen op de mededeling dat ook zijn fractie het standpunt van
de mmister van Economische Zaken, met betrekking tot verlaging van
bepaalde gastarieven, wil afwachten. Sprekers fractie zou dit ook wil-
len doen. Minister de Block heeft het vrij positief toegezegd. Hierna kan
de raad zich over deze zaak beraden. De heer Kuiper heeft enkele nieuwe
elementen in zijn betoog naar voren gebracht. De wethouder en de raad
zijn daarop niet geprepareerd, zodat het moeilijk is daar nu een zinnig
woord over te zeggen.
Wethouder Verhoeven zegt dat de heer Kuiper een nieuw element in de
discussie heeft gebracht. Hij heeft gezegd dat de gemeente zelfstandig
kan handelen bij de vaststelling van de tarieven en de gegeven advies-
tarieven niet behoeft te volgen. Toen spreker nog aan de andere kant
van de tafel zat, heeft hij ook die mening gekoesterd en heeft hij ge-
vraagd of de gemeente nu wel met de SROG moest doorgaan en of het
niet te gek was dat de gemeente hiermee haar zelfstandigheid volkomen
zou verliezen. Daarbij verliest men evenwel 1 element uit het oog. Vroe-
ger had de gemeente een eigen productiebedrijf, later leverde Haarlem
het gas en nu komt het gas uit een centrale bron. De instelling van de
SROG is door de minister zelf geëntameerd. De vaststelling van de prij-
zen is destijds een slag in de ruimte geweest maar wel is voorop ge-
steld dat over de gehele linie dezelfde verkoopprijzen zouden gelden. Er
kunnen zich gevallen voordoen dat de resultaten voor het ene bedrijf wat
gunstiger uitkomen dan voor het andere. Elke gemeente toch heeft haar
eigen kosten naast die van de inkoop van het gas alleen.
Ook spreker was in het allereerste begin erg begaan met de klein-
verbruiker, maar als men zich op het standpunt stelt dat de kosten ge-
dekt moeten worden, dan is het bestaande systeem niet zo onredelijk.
De heer Kuiper heeft naar sprekers gevoel een denkfout gemaakt. Men
moet hierbij twee dingen in het oog houden. In de eerste plaats: wat
betaalt iemand per m3 en in de tweede plaats wat verliest de gemeente
op het vastrecht. De conclusie is dat op het kleinverbruik per m3 iets
wordt gewonnen maar dat op het vastrecht wordt toegelegd. Een aan-
sluiting kost op het ogenblik 97 aan administratiekosten en exploitatie-
kosten. Er zit in die globale berekening echter een fout, doordat de
huur van de warmwaterdoorstroomapparaten daarin verwerkt is en die
mag men eigenlijk niet laten meespelen. Destijds heeft de minister de
kosten per aansluiting berekend op ongeveer /75; nu zijn ze /97. Het
gaat niet aan om voor kleine kwantiteiten de prijzen te verlagen terwijl
op het vastrecht een verlies wordt geleden.
Spreker zal nu de vraag behandelen waar het gasbedrijf in de toe-
komst voor kan komen te staan. Het gasbedrijf heeft nu weer een winst
geraamd. In een voorgaand jaar is door allerlei omstandigheden een ge-
raamde winst uitgelopen op een verlies. Burgemeester en wethouders ho-
Pen in de toekomst op winst te kunnen blijven rekenen ondanks dat niet