5. Vrijstellmg voor bepaalde tijd mag alleen en moet worden geweigerd
indien het voorgenomen andere gebruik kan leiden tot stoornissen als
bedoeld m het vierde lid onder b en niet door het stellen van voor-
waarden of anderszins in middelen tot opheffing van die stoornissen
kan worden voorzien.
Par. 2. Vernieuwing en verandering van bestaande gebouwen.
Artikel 32.
De bij de vaststelling van het plan reeds bestaande gebouwen die het-
zij door hun bestaan als zodanig, hetzij door hun afmetingen niet voldoen
aan de bestemmingen van het plan of aan een of meer bepalingen van
deze voorschnften, mogen gedeeltelijk worden vernieuwd of gedeelteliik
worden veranderd, zulks met dien verstande dat:
a. vernieuwing of verandering ten behoeve van een voorgenomen ander
gebruik slechts is toegestaan indien ook dat andere gebruik krachtens
deze voorschriften is of kan worden toegestaan;
b. reeds bestaande afwijkingen ten aanzien van in deze voorschriften ge-
noemde maten niet mogen worden vergroot.
Artikel 33.
Gebouwen als bedoeld in artikel 32 mogen behoudens onteigening over-
eenkomstig de wet geheel worden vernieuwd of veranderd, indien deze
tengevoige van enig onheil zijn verwoest. Het bepaalde in het voorgaande
artikel îs hierbij op overeenkomstige wijze van toepassing.
Artikel 34.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen als bedoeld in
ar. elen 32 en 33 ten behoeve van geringe vergrotingen van bestaande
afwrjkmgen vnjstelling te verlenen van het bepaalde in artikel 32, sub b.
II. SLOTBEPALINGEN.
Artikel 35
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 24, 25, 26, 27, 30 en 31
wordt geacht een strafbaar feit te zijn in de zin van artikel 59 van de Wet
op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 36.
Deze voorschriften treden in werking met ingang van de dag volgende
op die waarop de ter visie legging van het onherroepelijk goedgekeurde
plan overeenkomstig artikel 31 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
îs bekend gemaakt. 6
Artikel 37.
Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de titel Voor-
schriften bestemmingsplan Van Merlenlaan-Kerklaan 1968".
Behoort bij raadsbesluit van 30 januari 1969, nr. 7.
De secretarfs, ^üT^bprzitter,
