17 4e afd. 30 januari 1969 OMZETBELASTING EN GBONDPBIJZEN Heemstede, 8 januari 1969. Aaji de Raad, Ingaande 1 januari 1969 is de voordien geldende omzetbelasting vervan- gen door een omzetbelasting volgens het stelsel van heffing ovér de toege- voegde waarde. De belasting bdraagt 12% van de vergoeding echter met uitzondering van een aantal in de wet genoemde goederen waarvoor respec- tievelijk 4% en 0% wordt geheven. Onder de oude wet werden reeds vele prestaties van publiekrechtelijke lichamen aan de heffing van omzeibelasting onderworpen, aangezien deze prestaties voor derden in de ondememerssfeer werden verricht. De nieuwe wet brengt hierin geen verandering; bepaalde door de publiekrechteUjke lichamen in de ondememerssfeer verrichte prestaties, welke voorheen bij de wet wâren vrijgesteld, zijn thans wel belast. Hiertoe behoort o.m. de levering door gemeenten van bouwterreinen. De gemeente is verplicht de koper van een bouwterrein 12% omzetbelasting over de koopprijs in reke- ning te brengen en deze aan de ontvanger van de belastingen af te dragen. De koper is echter niet meer verschuldigd het evenredig registratierecht ad 5% van de koopprijs. De conclusie dat de koper van een bouwterrein thans met een bedrag gelijk aan 7% van de koopsom zwaarder wordt belast dan voorheen ligt voor de hand, doch is niet juist. In de tot heden betaalde koopprijs voor een bouw- terrein was opgenomen de oude omzetbelasting, welke voor het bouwrijp- maken van de grond was verschuldigd. Weliswaar is ook thans omzetbelasting voor het bouwrijpmaken ver- schuldigd, doch deze kan worden teruggevorderd van de belastingdienst, zodat zij niet meer aan de koper van het bouwterrein in rekening behoeft te worden gebracht. De voorheen geldende omzetbelasting is gelijk te te stellen aan 5% van de koopsom. De nieuwe ingevoerde omzetbelasting zal derhalve slechts een geringe verhoging van de lasten voor de koper van een bouwterrein tot gevolg hebben. Voor een aantal bouwterreinen, welke nog moeten worden verkocht en welke voornamelijk zijn gelegen in het bestemmingsplan „Van Merlenlaan- Kerklaan" zijn de verkoopprijzen reeds Vastgesteld. In deze verkoopprijzen is de oude omzetbelasting begrepen. Een aantal van deze terreinen is reeds gedeeltelijk bouwrijp (het terrein aan de zuidzijde van de Provinciënlaan, het terrein aan de Brabantlaan en het terrein aan de Kerklaan tegenover de Marconiflat en de 15 bouwpercelen aan de Vaumontlaan) de overige terreinen moeten nog in bouwrijpe staat worden gebracht. Voor de eerste groep bouwterreinen geldt de volgende regel: in overleg met de inspecteur der omzetbelasting wordt vastgesteld voor welk gedeelte deze terreinen bouwrijp zijn en voor welk gedeelte dit niet het geval is. Slechts voor het gedeelte dat niet bouwrijp is, uit te drukken in een per- centage van de koopsom, is de 12% omzetbelasting verschuldigd. De ko- per is geen registratierecht verschuldigd over de koopprijs. Voor de reeds genoemde bouwterreinen is de volgende opstelling ge- maakt. Niet bouwrijp voor: terrein zuidzijde Provinciënlaan terrein tussen Brabantlaan en Kerklaan terrein aan de Kerklaan tegenover de Marconiflat 15 bouwpercelen Vaumontlaan 5% 20% 20% 40%

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 55