41a
2e afd.
27 maart 1969
uit zijn midden worden benoemd, benevens de Hoofdcommissaris van
Politie te Amsterdam en drie andere adviserende leden, voor de tijd
van 3 jaar te benoemen door het algemeen bestuur uit de chefs van de
politiekorpsen der deelnemende gemeenten.
2. In afwijking van het gestelde in het vorige lid bestaat, ingeval de bur-
gemeester van Amsterdam voorzitter is van het algemeen bestuur, het
dagelijks bestuur uit de voorzitter en vijf stemgerechtigde leden,' be-
nevens de in het vorige lid genoemde vier adviserende leden.
Artikel 7.
1. Het algemeen bestuur benoemt, schorst en ontslaat een secretaris tot
bijstand zowel van het algemeen als van het dagelijks bestuur, regelt
diens positie en stelt diens instructie vast.
2. Het algemeen bestuur regelt de vervanging van de voorzitter en de
leden van het dagelijks bestuur, alsmede van de secretaris.
par. 3. Bevoegdheden
Artikel 8.
1. Het algemeen bestuur besluit tot:
a. het aangaan van geldleningen, het uitlenen van gelden en het aan-
gaan van rekening-courant-overeenkomsten;
b. het kopen, ruilen of vervreemden van onroerend goed;
c. het verhuren, verpachten of op enige andere wijze in gebruik geven
van eigendommen van de politieschool;
d. het aanbesteden van werken of leveranties;
e. het treffen van dadingen of het opdragen van een bestaand geschil
aan de beslissing van scheidsmannen;
f. het voeren van rechtsgedingen door de politieschool, hetzij in eerste
aanleg, hetzij in hoger beroep of cassatie;
g. het berusten in een tegen de politieschool ingestelde rechtsvorde-
ring.
2. De in het eerste lid genoemde besluiten behoeven de goedkeuring van
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland.
Artikel 9.
1. Aan het hoofd van de Politieschool staat het algemeen bestuur.
2. Het algemeen bestuur heeft de bevoegdheden, welke uit deze regeling
als zodanig voortvloeien en met name die, welke de burgemeesters
toekomen ten aanzien van de opleiding van het politiepersoneel, voor
zover dit door de Poiitieschool plaats heeft, met dien verstande, dat de
aanwijzing van de op de Politieschool op te leiden personen door de
burgemeesters geschiedt.
3. Het dagelijks bestuur voert het beheer van de Politieschool onder ver-
antwoordelijkheid aan het algemeen bestuur.
4. Het dagelijks bestuur stelt het opleidingsplan vast.
5. Het algemeen bestuur kan voor de directeur en het overige personeel
instructies vaststellen.
Artikel 10.
De voorzitter is belast met de uitvoering van de besluiten van het alge-
meen en het dagelijks bestuur.
Hij ondertekent met de secretaris de stukken, die van deze organen uit-
gaan.