4la
2e afd.
27 maart 1969
door de burgemeester tenminste zes maanden vöör bedoelde datum de
deelneming schriftelijk is opgezegd.
De financiële gevolgen voor de uittredende gemeente worden op voor-
stel van het algemeen bestuur door Gedeputeerde Staten van Noord-
Holland bindend vastgesteld.
4. Wijziging en opheffing van de gemeenschappelijke regeling geschieden
bij besluit van het algemeen bestuur.
Hiervoor is nodig 2/3 der stemmen der aanwezige leden.
5. Het besluit tot opheffing houdt tevens een regeling ter vereffening
van de op het tijdstip van opheffing ten laste der deelnemende ge-
meenten blijvende kosten in. Deze behoeft de goedkeuring van Gede-
puteerde Staten van Noord-Holland.
6. Voor de toetreding tot deze regeling van één of meer andere gemeen-
ten kan met een besluit van de burgemeester(s) en de raad(raden)
dier gemeente(n) worden volstaan.
7. De financiële gevolgen voor de toetredende gemeente(n) worden op
voorstei van het algemeen bestuur door Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland bindend vastgesteld.
Deze gemeenschappelijke regeling wordt, evenals besluiten tot wijziging
of opheffing daarvan, vöôr de bekendmaking ter kennis van de colleges
van burgemeester en wethouders en van de raden der deelnemende ge-
meenten gebracht.
Artikel 28.
Deze gemeenschappelijke regeling treedt in werking met ingang van de
dag, volgende op die, waarop zij door de zorg van de burgemeester van
Amsterdam in de Nederlandse Staatscourant is bekendgemaakt.
par. 9. Slotbepalingen
Artikel 27.
Heemstede, 27 maart 1969.
De Raad voornoemd,
De secretaris,
voorzitter,
