27 maart 1969
52
van diit stuk daarin gelegen is, dat het de gedachten laat gaan over de
genoemde objecten voor het geval zich een mogelijkheid voordoet daar-
voor een oplossing te vinden.
Wethouder Verhoeven deelt de bezwaren die door de verschillende spre-
kers tegen het schrijven van D '66 zijn geopperd. De heer de Ruiter heeft
opgemerkt dat alleen in het fourgerlijk wetboek van de Sovjet Unie is
bepaald dat het gemeenschappelijk belang boven het individuele belang
prevaleert. Spreker herinnert er aan dat ook een andere gemeenschap
als motto voert: "Gemein Nutz geht vor eigen Nutz". Dit doet spreker
als oud-gijselaar van St. Michielsgestel zeer onsympathiek aan. Spreker
hoopt dat de koers die D' 66 in de toekomst zal varen, niet deze rich-
ting uitgaat, want dan kan hij zich daarmee niet verenigen.
Spreker is het met de voorzitter eens dat op deze strook grond niet
kan worden gebouwd. Een andere bestemming dan die door burgemeester
en wethouders voorgesteld, kan aan deze grond niet worden gegeven.
Wethouder Van Wijk is het met de vorige spreker eens dat op deze
strook grond niet gebouwd kan worden. Een ogenblik heeft spreker ge-
dacht aan de juistheid van de suggestie dat de grond voor openbare par-
keergelegenheid zou kunnen worden bestemd. Spreker gelooft er bij de wei-
nige activiteit van de automobilist helemaal niet in dat deze in een laan-
tje, vrij ver van de bebouwing, zijn auto gaat parkeren. Daarnaast is spre-
ker van mening dat ter plaatse voldoende ruimte zal zijn om in de aan-
en afvoer voor de bedrijven in de Raadhuisstraat te voorzien. Dit is typisch
een strookje grond dat, indien daaraan geen bestemming wordt gegeven,
een soort vuilnisbelt dreigt te worden. Op plaatsen die men niet voldoende
kan overzien zal men van alles neeirgooien. Het college heeft daarom ge-
meend te moeten voorstellen hiervan een weg te maken. Of auto's ter plaat-
se zullen kunnen keren kan spreker op het ogenblik niet goed overzien.
Mogelijk zal een vrachtauto daarvoor wel eens achteruit de Brabantlaan
in moeten rijden, maar spreker ziet dat niet als een overwegend bezwaar.
Hij ziet grotere bezwaren in het ongebruikt laten liggen van deze grond
met alle narigheid van dien. Met verkoop van strookjes grond ten be-
hoeve van de daaraan grenzende bedrijven gelegen aan de Raadhuisstraat
zal de zaak zijn opgelost.
De heer Van den Briel: ,,Mag ik de ondertekenaars van de brief van
D' 66 adviseren om eens een brief te schrijven aan meneer Meuleman?"
De heer Bomans zegt dat het antwoord van wethouder Van Wijk hem
heeft verbaasd. De wethouder erkent dat men ter plaatse niet met een
auto kan keren, zodat men dus achteruitrijdende weer op de openbare
weg moet zien te komen. De wethouder zal toch moeten toegeven dat dit
een ongewenste situatie schept. Voorts is het een onjuiste veronderstelling
dat de bewoners van de Raadhuisstraat, die niet aan de voorkant van hun
huizen mogen parkeren, niet van een achter hun huis liggende parkeer-
straat gebruik zullen maken. Spreker vindt het zeer eigenaardig dat wet-
houder Van Wijk dit opmerkt. Alles pleit er voor om in de nabijheid van
winkelpanden parkeergelegenheid te maken. Buitendien is de Provincien-
buurt gebouwd in de dertiger jaren, toen er geen intensief autoverkeer
was. Spreker heeft al voorgesteld om de weg door te trekken tot de Kerk-
laan en aan het einde een pleintje te creëeren waar de auto's kunnen keren.
Hij ziet absoluut niet in waarom een dergelijk stuk grond een vuilnisbelt
zou worden. Hij vindt het onjuist aan deze straat een particuliere bestem-
ming te geven. Het moet een gewone openbare weg worden die betaald
wordt door de gemeente en niet door de eigenaren van enkele percelen
aan de Raadhuisstraat.
De heer Enschedé heeft uit de reactie van de wethouder en zijn kijken
naar de tekening begrepen, dat de gedane suggestie met betrekking tot