27 maart 1969
46
VTTT KREDIET VOOR AANLEG SPEELGELEGENHEDEN BIJ
FLATGEBOUWEN IN HET PLAN VAN MERLENLAAN-KERKLAAN
Het voorstel mel ontwerp-besluit is opgenomen in de gedrukte stukken
onder volgno.
36. Aanleg speelgelegenheden bij flatgebouwen in het plan
„Van Merlenlaan-Kerklaan".
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor het grondbedrijf en voor
openbare werken zich hiermede kunnen verenigen.
De heer Verkouw zegt dat het college met dit voorstei tegemoet komt
aan de niet alleen bij de voorbereiding van het Centrumplan maar ook bij
de vaststelling geuite wens, om in dit gebied, waar zoveel flats zijn ge-
bouwd, speelgelegenheden voor jongere kinderen aan te leggen. In de com-
missie voor openbare werken zijn daar allerlei goede dingen over gezegd.
Er komt een flink aantal zitbanken bij die speelgelegenheden en om de
banken zal een beplanting komen die als windvang dienst kan doen. Dat
is het positieve wat spreker met betrekking tot dit voorstel zou willen
opmerken.
Sprekers fractie heeft echter ook enige bezwaren. In deze 308 flatwonin-
gen zullen heel veel gezinnen met jonge kinderen een plaats krijgen,
terwijl ook de kinderen van de vrij sterk bevolkte provinciënbuurt van
deze speelterreinen gebruik zullen maken. Het heeft zijn fraotie getroffen
dat de 5 speelterreinen niet groot zijn n.l. 12% x 12% m 150 m2. Ook
het college sp-reekt in zijn voorstel van „terreintjes". Spreker kan zich
voorstellen dat de speelgelegenheid absoluut onvoldoende zal blijken -te
zijn. Burgemeester en wethouders zullen daartegen ongetwijfeld aanvoeren
dat zij daarin nog geen inzicht hebben omdat zij nog niet weten hoeveel
jonge gezinnen daar komen te wonen, hoeveel kinderen er zullen zijn en de
frequentie van het gebruik dat van deze speelgelegenheden zal wor-
den gemaakt. Nu de mogelijkheid bestaat het aantal speelgelegenheden
uit te breiden, zou sprekers fractie er veel voor voelen dit dan maar direct
te doen, want dat zou kostenbesp-arend kunnen werken. Anderzijds heeft
zijn fractie er eventueel begrip voor als burgemeester en wethouders zou-
den zeggen, dat zij dat nog eens wilien aanzien totdat alle woningen be-
woond zijn. Sprekers fractie zou eigenlijk al wel vastgelegd willen zien
dat burgemeester en wethouders bereid zijn t.z.t. tot uitbreiding van het
aantal speelgelegenheden, naar gelang van de behoefte die later aanwezig
is, over te gaan.
Mevr. Vriesendorp is blij met dit voorstel. Ook zij zou willen pleiten voor
een ui-tbreiding van de speelgelegenheid. Spreekster had eigenlijk gehoopt
dat deze terreintjes 20 meter in het vierkant zouden kunnen zijn en dan
met wat meer gras er omheen. Zij is het eens met de aanleg van een
tegelpad in het midden maar dan iets groter gepland dan nu. Zij gelooft
dat daar nog een mogelij-kheid voor is.
De heer Smit juicht de aanleg van speelplaatsen bij de nieuwe flats
en ook op andere plaatsen in de gemeente, -toe. Spreker heeft echter
bezwaar tegen de geprojecteerde zandbakken want een zandbaJk is een ver-
zamelplaats van vuil; honden en katten verblijven daar, het wordt meestal
een smeerboel.
De voorzitter: ,,Honden hebben boompjes nodig".
De heer Smit: ,,Die komen om de banken te staan." Spreker zegt dat
de tijd dajt kleine kinderen werkelijk met zand spelen maar zeer kor.t is.
De jongens hehben echter een trapveldje nodig waar het gehele jaar ge-
bruik van wordt gemaakt. Spreker vreest dat nu de jeugd de garagedeuren
als goal zal gebruiken. Daarom zou spreker er voor willen pleiten geen