57
2e afd.
29 mei 1969
a. eenmaal per week, indien hij niet ouder is dan 17 jaar,
b. eenmaal per 14 dagen, indien hij de ieeftijd van 18 jaar heeft be-
reikt maar niet ouder is dan 24 jaar.
4. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel na-
dere voorschriften vaststellen.
Artikel 9
1. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het dienstbe-
lang het niet of niet langer gedoogt dat belanghebbende, bedoeld in ar-
tikel 8, lid 1, heen en weer reist, kunnen burgemeester en wethouders
gedurende ten hoogste de termijn bedoeld in artikel 4 hem, indien hij
gehuwd is of, ongehuwd zijnde, kostwinner is van het gezin waartoe hij
behoor.t, een tegemoetkoming in de pensionkosten in het woongebied
verlenen. Deze tegemoetkoming bedraagt ten hoogste 90 van de door
belanghebbende betaalde pensionkosten, voor zover deze niet uitgaan
boven de door burgemeester en wethouders redelijk geoordeelde pen-
sionprijzen.
2. Aan een ongehuwde belanghebbende die in het woongebied een pension
heeft betrokken, kunnen burgemeester en wethouders in zeer bijzondere
gevallen een tegemoetkoming in de pensionkosten verlenen. Deze tege-
moetkoming bedraagt ten hoogste 90 van de door belanghebbende
betaalde pensionkosten, voor zover deze niet uitgaan boven de door
burgemeester en wethouders redelijk geoordeelde pensionp-rijzen.
3. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel na-
dere voorschriften vaststellen.
Artikel 10
1. Vergoeding van of tegemoetkoming in de reiskosten als bedoeld in
de artikelen 5, 6 en 8 wordt, ongeacht of daarbij gebruik is gemaakt van
een openbaar of eigen middel van vervoer, door burgemeester en wet-
houders verleend met inachtneming van de werkelijk gemaakte kosten,
met dien verstande dat de kosten verbonden aan het gebruik van open-
bare middelen van vervoer in de laagste klasse niet zullen worden
overschreden.
2. In de vergoeding van de reiskosten, bedoeld in de artikelen 5 en 6, zijn
mede begrepen de kosten voor lokaal vetrvoer per tram of bus en voor
rijwielstalling, voor zover deze door burgemeester en wethouders, ge-
let op de af te leggen weg of gedeelten daarvan, redelijk worden geoor-
deeld. e
3. Voor de vergoeding van of de tegemoetkoming dn de reiskosten, be-
doeld in artikel 8, komen mede in aanmerking de kosten voor lokaal
vervoer per tram of bus en voor rijwielstalling binnen de woonplaats
van belanghebbende, dan wel binnen de woonplaats van het gezin waar-
toe belanghebbende behoort, voor zover deze door burgemeester en wet-
houders, gelet op de af te leggen weg of gedeelten daarvan redelijk
worden geoordeeld.
4. De vergoeding van overnachtingskosten, bedoedd in de artikelen 5, lid 1,
onder a, en 6, lid 1 ,onder a en b, wordt door burgemeester en wethou-
ders verleend tot een bedrag hetwelk naar hun oordeel als redelijk kan
worden aangemerkt.
5. Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van dit artikel
nadere voorschriften vaststellen.