114
26 juni 1969
Besluit tot 3e wijziging van de begroting voor het duinwaterbedrijf
dienstjaar 1967, aangevende voor de gewone dienst in baten een verho-
ging van 63.855,67 en een verlaging van 19.265,92 en in lasten een ver-
hoging van 53.664,29 en een verlaging van 9.074,54 en voor de kapitaal-
dienst in inkomsten en uitgaven een verhoging van 2.284,41 en een ver-
laging van 1.587,16.
Besluit tot 2e wijziging van de begroting voor het gasbedrijf dienstjaar
1967, aangevende voor de gewone dienst in baten een verhoging van
301.339,18 en een verlaging van 17.500,en in lasten een verhoging
van 527.680,70 en een verlaging van 243.841,52 en voor de kapitaal-
dienst in inkomsten en uitgaven een verhoging van 1.028.569,05 en een
verlaging van 71.684,68.
De voorzitter zegt dat, wat de opmerking over de aanbieding van de
gemeenterekening betreft, burgemeester en wethouders datgene zullen
doen wat nodig is om de aanbieding te vervroegen. Spreker neemt aan dat
de reis- en verblijfkosten door de dames en heren voor eigen rekening
zijn genomen, hetgeen te prijzen valt.
De heer Scheer lijkt het niet juist over het punt „kosten verkeerscom-
missie" zonder meer heen te stappen. De verkeerscommissie is in 1967
niet bijeen geweest en het begint er op te lijken dat zij in 1969 één keer
bijeenkomt en daar zal het wel bij blijven. Dat vindt spreker werkelijk te
weinig. Dat is al in verschillende toonaarden bij de begrotingsbehandeling
en bij andere aan de orde zijnde punten ter sprake gebracht, maar spreker
wil deze gelegenheid te baat nemen om er nogmaals bij het college op aan
te dringen dat de voorzitter van de verkeerscommissie nu op korte termijn
een vergadering van die commissie uitschrijft. Er zijn punten genoeg. Tel-
kenmale wanneer hier besluiten worden genomen zijn er raakpunten met
het verkeer. Het verkeer is nu eenmaal spreker zou bijna zeggen volks-
vijand no. 1 althans raadsvijand no. 1. De raadsleden dienen daarvoor be-
langstelling te hebben maar het college ook. Daarom vraagt spreker nog-
maals er bij de voorzitter van de verkeerscommissde op aan te dringen
dat hij op korte termijn een vergadering uitschrijft.
Mevr. Cohen sluit zich graag bij de woorden van de heer Scheer aan.
Zij dacht dat het mischien een oplossing zou zijn om het reglement van de
verkeerscommissie in die zin te wijzigen, dat daarin wordt opgenomen dat
er minstens 3 keer per jaar een vergadering moet worden gehouden. Moge-
lijk dat het college met een dergelijk voorstel zou kunnen komen. Ander-
zijds is het mogelijk dat het in de verkeerscommissie zelf ter sprake komt.
De heer Verkouw dacht dat het een novum zou zijn als in een reglement
van een commissie een minimum aantal te houden vergaderingen per jaar
wordt voorgeschreven.
De voorzitter vindt het een beetje moeilijk op dit moment over de ver-
keerscommissie te spreken. In de vorige vergadering heeft hij toegezegd
dat hij zo nodig en zo mogelijk in deze maand, als voorzitter van de ver-
keerscommissie omdat hij een bepaalde taak zou ovememen zou wil-
len fungeren. Er zijn inderdaad voorstellen binnengekomen die spreker
terstond aan de politie heeft doorgegeven, maar de rapporten daarover
zijn nog niet binnen. Dat spijt spreker in zoverre niet dat het iets demon-
stratiefs zou kunnen lijken omdat het allemaal wat hals over kop zou zijn
gegaan. Spreker kan wel zeggen dat dit inderdaad ook wel een zaak van
het coilege is geworden en zal zijn. Het college zal er op aandringen dat
deze commissie, dde naar het gevoelen van de ieden van het college van
groot belang is, meer bij elkaar komt. Of dat zal gaan via een voorge-
schreven aantal vergaderingen, waarop ook weer geen sanctie staat, ziet
spreker nog niet maar ook dat zal worden bezien. Spreker is het er mee