30 okto'ber 1969 184 hierover door daarvoor bevoegde instanties laten informeren die zeiden Mmstri als deze, waar het woningen betreft die inmiddels vrti zliif van een band met het rijk maar toch niet als particuliere wonmgen worden aangemerkt en welke eigenlijk tussen de wal en het schip vallen, in het algemeen in overleg een oplossing wordt gevonden. De heer Smit zegt dat de wethouder niet heeft geantwoord op sprekers suggestie tot verbetering van de bestaande toestand m de zgn. weduwen- hufsies een toestand die uit 1914 dateert. De bewoonsters zijn verplicht m één kamer te wonen, te slapen en de kachel te stoken met alle gevaren die toaraan verbonden zijn. Hier zou met een kleine voorzienmg, een dak- kanelletie achter een vluchtweg kunnen worden verkregen, waardoor vol- Hnnn wnrdt aan de eisen van de brandweer en van bouw- en wonmgtoe- zicht. Dat zal slechts weinig méér kosten. Als men "agaat ^atf qqq kosten van deze huisjes 1.800,hebben bedragen dan sta f voor reparatie in geen enkele verhouding. Het een kleine verandermg zrjn deze huisjes behoorlijk bewoonbaar te maken. De heer Boraans is het met de heer Brandsma eens dat de renovatie van deze woningen verantwoord is. Sprekers bezwaar îs alleen, dat m deze renovatie veel te laat wordt aangevangen. Spreker^ort^ojmst dat deze huizen van vöör 1914 dateren en dan verbaast het hem toch dat men 50 jaar wacht om er behoorlijke wonlngen van te maken. Nu wordt de gemeenslhap voor het feit gesteld dat met hoge bedragen moet worden eeholnen terwijl als geleidelijk steeds verbeterrngen aan de wonrngen zouden zijn aangebracht de woningvereniging deze zelf had kunnen fman- ciererT Dat is toch een normale gang van zaken. Waarom moet een par- ticulier wêl zelf voor de verbetering van zijn eigen wonrng zorgen en mag een particuliere woningvereniging een beroep op de gemeenschap^do Spreker blijft dit onjuist vinden en hij kan daarom nret met van burgemeester en wethouders meegaan. Wethouder Van Wijk antwoordt dat uitdrukkelijk ten departemente is gevraagd of er niet een mogelijkheid was om krachtens emg wetsartrkel een voorschot of een geldelijke tegemoetkoming voor deze wonrngen te verkrijgen en daarop is negatief geantwoord. Spreker neemt aan dat men op het departement niet zö is dat men zegt: „o gelukkig daar zijn ze niet opgekomen", maar dat men, als een woningvereniging of een gemeen- tebestuur vraagt of dit en dat mogelijk is, daar drrect op wrjst Wanneer de heer de Ruiter nochtans zou menen te weten dat het wel kan, dan zou hij zich naar sprekers gevoelen onverwijld tot deze wonmgveremging moet richten en zeggen dat er een mogelijkheid over het hoofd is ge- zien Spreker heeft echter het gevoel dat de heer de Ruiter het maar veronderstelt, dat hij het wat vreemd vindt dat in dit geval geen premre of steun van rijkswege verleend wordt en daarm staat spreker na hem nu deze woningen, hoewel nu financieel los van het rrjk uit de hele woningwetbouwopzet zijn voortgekomen. Misschien îs dit een fout die mogelijk nog eens wordt hersteld, maar momenteel is aan het gemeente- bestuur aan het bestuur van de woningvereniging noch bij het departe- ment enige regel bekend op grond waarvan financiele hulp zou kunnen worden geboden buiten hetgeen in dit voorstel wordt voorgesteld. Er îs naarstig naar gezocht maar het is niet gevonden en spreker moet op dit moment aannemen dat die mogelijkheid niet bestaat. De heer Smit beantwoordend zegt spreker, dat er maar een paar we- duwenhuisjes zijn. Het aantal weet spreker niet precies. Spreker heeft al gezegd dat het geen zin heeft daar andersoortige wonmgen van te maken. Zij zijn nu eenmaal zoäls ze zijn en deze huizen kimnen alleen worden verbeterd voor zover dat hier wordt voorgesteld. Deze kleine huizen hebben nog een functie. Het bestuur van de woningveremging heeft het kennelijk niet nodig, niet mogelijk en niet gewenst geacht, hier-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 15