185
30 oktober 1969
aan te g-aan verbouwen als door de heer Smit bedoeld. Men moet niet
coûte que coûte trachten daar andersoortige huizen van te maken; dat is
naar sprekers gevoelen een verkeerde opzet.
De redenering van de heer Bomans kan spreker niet volgen. Hij zegt
dat de woningvereniging zelf voor het geld had moeten zorgen. Waar had
dat geld dan vandaan moeten komen? Natuurlijk van de huurders. Hierin
gaat de heer Bomans dan nog veel verder dan de woningvereniging wil.
Dan zouden die 400.000,als reserve in de loop der jaren opgebracht
moeten zijn uit de overschotten van de huren. Dat had natuurlijk nooit
gekund want dat hadden de huurders nooit kunnen opbrengen. Dan had-
den ze ook een veel te hoge huur betaald. Zij hebben nu een lage huur
betaald waarbij er geen overschotten kwamen. De renovatie moet uit an-
dere middelen worden betaald. De huurders gaan nu nôg slechts een huur
betalen die in geen enkele verhouding staat tot het bedrag dat voor de
renovatie nodig is. Deze huurders zijn naar sprekers mening geluksvogels
die goedkoop kunnen wonen in huizen die aanzienlijk duurder zijn dan de
huur die zij betalen. Spreker begrijpt dan ook niet goed wat de heer
Bomans bedoelt met zijn vraag, waarom hier gemeenschapsgeld moet
worden gebruikt. Hoe hadden die huurders het geld moeten opbrengen om
de renovatie te betalen? Door reeds lange tijd hogere huur te betalen
dan nu wordt voorgesteld? Zo ligt in wezen de zaak. Het is spreker niet
bekend dat een van de huurders ook maar enig bezwaar tegen deze
plannen heeft gemaakt. Natuurlijk betaalt iedereen liever f 50,dan
f 90,huur, dat is logisch, maar als men uitrekent wat men voor het
verschil krijgt, dan zijn deze mensen zo verstandig geweest om dit offer
te willen brengen. Spreker gelooft dat zij straks blij zulien zijn met hun
gerenoveerde huizen van f 90,per maand.
De heer Smit zegt dat het antwoord van de wethouder besiist niet be-
vredigend is. Enkele minuten geleden heeft mevr. Gaasterland aange-
spoord om meer europees te gaan denken en nu gaat de raad, juist op
woningbouwgebied, een toestand handhaven van ruim 50 jaar geleden, ter-
wijl deze met een kleine moeite op te heffen is.
De voorzitter: „Dan moet u eens kijken in de andere landen van Europa."
De heer Smit: „Daar zijn natuurlijk i ook toestanden. Maar deze toe-
stand hier, kan met geringe kosten worden veranderd en dan voldoet
de zaak."
De heer Bomans verzoekt de voorzitter de heer Hupkes eerst het woord
te geven.
De heer Hupkes begrijpt helemaal niets van deze discussie. Als spreker
de stukken goed leest gaat het over een particulier initiatief, over mensen
die bereid zijn het overgrote deel van het benodigde bedrag zelf te betalen
maar alleen een garantie vragen voor noodgevallen. Het enige wat uit de
openbare middelen wordt betaald is f 22.000,Spreker gelooft dat de
raad met deze gang van zaken bijzonder blij moet zijn en spreker begrijpt
dan ook niet dat daar allerlei kritiek op moet worden uitgeoefend.
De heer Smit: ,,De gemeente is verantwoordelijk voor de gevolgen die
hieruit ontstaan."
De heer Hupkes zegt dat de gemeente alleen garantie op de te sluiten
geldlening verleent. Op een dergelijke garantie, dat kan de heer Smit uit
ervaring weten, wordt praktisch nooit teruggevallen. Het is zuiver een
formele kwestie omdat de woningvereniging anders geen geid kan lenen
van de staat. Er wordt nu 5% van de kosten door de overheid bijgedragen
en de rest wordt door het particulier initiatief betaald.
De heer Bomans zegt de heer Hupkes voorrang te hebben gegeven
maar dat hij nog iets wil zeggen.