173
30 oktober 1969
er zijn ook enkele grote bij. Het zuiden is verhoudingsgewijs veel sterker
vertegenwoordigd dan het noorden van het land. Spreker vraagt aan
mevr. Gaasterland welk werkelijk nut voor de gemeente zij in het lid-
maatschap ziet.
Mevr. Gaasterland: „Dat heb ik de vorige keer trachten duideliik te
maken." J
De voorzitter„Dat hebben wij toen nog niet begrepen."
Mevr. Gaasterland zegt dat men intereuropees moet gaan denken. De
mensen die zich hiermee bezig houden verwachten dat dit gebied zich zai
ontwikkelen als b.v. een Rijnmondprovincie. Wij zijn er allemaal bij be-
trokken wat hier in de toekomst gebeuren zal. Wij hebben dus gemeen-
schappelijke belangen.
De voorzitter antwoordt dat iedereen natuurlijk betrokken is bij al dat-
gene wat in de wereld gebeurt. Het is de vraag of dat nu noodzaakt tot
het hd worden van de Raad der Europese Gemeenten, terwijl ook de Ver-
enigmg van Nederlandse Gemeenten al zorgt voor de contacten tussen
andere leden en Nederland. Spreker wil nogmaals naar voren brengen
er mdertijd bepaalde meningsverschillen waren tussen de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten en de Raad der Europese Gemeenten die er
met toe bijdroegen voor aansluiting bij de Raad der Europese Gemeenten
geporteerd te zijn. Mevr. Gaasterland geeft niet gauw een eenmaal in-
genomen standpunt prijs. De begrotingsbehandeling staat voor de deur en
,an, mevr. Gaasterland weer een kans om een voorstel tot aan-
siuitmg bij de Raad der Europese Gemeenten te doen.
Mevr. Gaasterland„Daarom ben ik er nu niet zozeer op ingegaan."
m. brief van gedeputeerde staten dd. 9 september 1969 no. 276, houdende
toezending van een ontwerp-besluit tot wijziging van de bezoldigings-
regelmg ontvangers Noord-Holland 1967 met ingang van 1 juli 1969
Gedeputeerde staten vragen hierover het gevoelen van de raad.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders besluit
rfad- fonder hoofdehjke stemming, zich met de voorgenomen salaris-
maatregelen ten aanzien van de ontvangers te verenigen.
n Vragen van het raadslid J. A. Bomans
1. Zonder twijfel heeft u kennis genomen van het emstige ongeluk
schol.lere ,ult Zandvoort gisterenmiddag is overkomen door een
dragime op dieplader, komende van de Blauwe Brug en de Churchill-laan
îndraaiend. Het ongeluk geschiedde omdat de bestuurder de bocht erg
eenmh^,fmn6men °P de stoep te &eraken- Heeft deze dragline
v Van Heemsteedse politie gekregen en zo ja, waarom
eeft op de grens onzer gemeente de Haarlemse politie deze begeleiding
met overgenomen? s
2. Het transport van een legertank heeft korte tijd geleden de draai
Herenweg-Lanckhorstlaan niet kunnen nemen en bereed daarbij de toch
m CP ^an de fuidzi.ide van de genoemde laan, waardoor twee
kleuters door zich tegen de muur te drukken en geen vin te verroeren aan
een zekere dood ontsnapten. In aansluiting op het onder sub 1 gestelde
njst de vraag welke preventieve maatregelen van overheidswege bij der-
gehjke transporten worden getroffen opdat de veiligheid van de burger
optimaal zij gewaarborgd. s
3. In de raadsvergadering van 26 oktober 1967 zijn door mij vragen
66n ernstlg:e kettingbotsing nabij de Prinsenlaan, ver-
d or een fwaar transport onder politiebegeleiding. Gezien het
grote aantal ongelukken in den lande door analoge transporten mét be-