175 30 oktober 1969 wagen boven de maat was. Spreker wil daar een vraag aan vastkoppelen. De voorzitter interrumpeert dat er, als deze wagen boven de vastge- stelde maten was, ontheffing moest zijn verleend om op de openbare weg te rijden en dan zou begeieiding noodzakelijk zijn geweest. Aangezien geen begeleiding heeft plaats gevonden neemt spreker aan dat deze wagen aan de vastgestelde maten voldeed. De heer Bomans vraagt hoe bemerkt wordt of een wagen, die niet vol- doet aan de maten, onze gemeente passeert en op welke wijze hierin pre- ventief is te voorzien. De voorzitter antwoordt dat van preventie geen sprake kan zijn omdat niet tevoren bekend is wat voor soort wagens door de gemeente rijden. Wanneer een wagen niet aan de gestelde maten voldoet kan de politie tegen de bestuurder proces-verbaal opmaken. De heer Bomans zegt met betrekking tot de tweede door hem gestelde vraag, dat het hem heeft verbaasd dat bij de politie niet bekend is dat een legertank over de stoep bij de hoek van de Lanckhorstlaan-Herenweg heeft gereden. De betreffende dame heeft over dit voorval haar beklag bij de Politie gedaan. De korpschef was er toen niet. Zij heeft met grote na- druk gevraagd haar klacht aan de korpschef door te geven. Die mevrouw heeft echter nooit antwoord ontvangen. Op vraag 3 antwoorden burgemeester en wethouders dat voor Noord- Holland in 1969 tot oktober 252 ontheffingen zijn verleend voor trans- Porten met voertuigen waarvan de gestelde maximum-maten worden overschreden. Het is spreker niet geheel duidelijk wat onder ontheffingen wordt verstaan. Hij heeft van verschillende vrachtrijders gehoord dat, als een wagen in plaats van 2 meter 3 meter breed is, zij ontheffing vragen en krijgen. Het is voor mensen die door een dergelijke wagen overreden worden weinig troostend dat de bestuurder dat met permissie doet. Spre- kers vraag is dus wat onder dergelijke ontheffingen wordt verstaan. De voorzitter antwoordt dat ontheffing kan worden gevraagd voor een wagen welke niet voldoet aan de gestelde maten. Ontheffing verleent bevoegdheid om, ondanks dat de wagen niet aan de maten voldoet, daar- mee op de weg te rijden. Deze ontheffingen worden natuurlijk slech'ts ver- leend wanneer verwacht kan worden dat daardoor geen groot gevaar op de weg zal ontstaan. De heer Bomans: „Dan wordt de wet toch enigszins uitgehold. Waarom bepaalde maten in de wet opgenomen als men toch vrijstellingen verleent?" De voorzitter,,Daarvoor moet u bij het departement van verkeer en waterstaat uw licht opsteken." De heer Bomans: ,,Wat u kon antwoorden hebt u geantwoord. Dan moet ik mij dus tot Den Haag wenden." o. schrijven van burgemeester en wethouders dd. 22 oktober 1969 inzake rangschikking van kapitaalwerken op het prioriteitenschema. De heer Van den Briel heeft met genoegen gezien dat een aantal kapi- taaluitgaven staande op het prioriteitenschema van 28 augustus, daarvan afgevoerd is omdat er voldoende middelen aanwezig zijn om tot uitvoe- ring over te gaan. Het heeft spreker echter verbaasd dat de inrichting van een practicumlokaal Bronsteeschool niet bij het aantal punten staat dat afgevoerd kon worden. Spreker heeft begrepen dat dit komt doordat de inspecteur van het mavo-onderwijs nog niet klaar is met zijn advies. Spreker verzoekt de wethouder van onderwijs om, zo nodig, bij die inspec- teur op spoedige afdoening aan te dringen. Door de Mammoetwet is het mogelijk gemaakt dat het natuur- en scheikunde-onderwijs voor de MAVO

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 6