216 27 november 1969
Dat is ook zo'n groot woord. Hoeveel mooie wegen zijn er niet in Neder-
land hoeveel mooie autobanen zijn er niet in het buitenland door de
prachtipte streken. Wat moeten de Zwitsers wel gedacht hebben van hun
mooie liiridje toen er autobanen tegen de bergen werden gebouwd. In
Duitsland, Italie, kortom in heel Europa, kan men in de prachtigste stre-
ken, die waarschijnlijk ook eenmaal door herten en beren bewoond ziin
geweest, wegen vinden. Daar zullen jagers en vinkenvangers in de eerste
plaats ook tranen om gelaten hebben, maar in elk geval zijn die wegen
er gekomen. Honderdduizenden hebben genoten van stukken natuur die
zij nooit gezien zouden hebben als die wegen er niet waren gekomen.
Spi'eker gelooft dan ook niet dat men in deze moet gaan overdrijven Een
wegaanleg kan evengoed prachtig zijn. Spreker zou voorbeelden kunnen
noemen waar natuur en techniek schitterend met elkaar gecombdneerd
zrjn. Spreker vmdt dat een opgave aan de mens. Het is niet ôf alleen een
oerwoud of alleen techniek. Er is een combinatie van beide mogelük met
betrekkmg tot de wegen. Spreker geloofL dat tot het onderwerpen van de
aard;e aan de mens mede behoort dajt begaanbare wegen worden gemaakt
mooie wegen, die zö aangelegd zijn dat de wereld daar niet leiijker door
wordt, întegendeel mooier en meer bereikbaar voor iedereen.
Men kan natuurlijk de zaak een beetje scheef trekken door te zeggen
dat de de Ranitzweg gedeeltelijk op betonnen palen zal worden gebouwd.
Heeft men echter al eens een plan gezien waarop deze weg was uitge-
tekend Nergens nog is bepaald of het een dijk zal worden of een we«
op betonnen palen. Alleen is er een voorzichtige streep op de kaart ge°
trokken, waarvan gezegd wordt dat die hier en daar nog voor verschui-
vmg vatbaar is teneinde iets te sparen en men is van provinciale ziide
meestal bereid offers te brengen wanneer mooie stukjes natuur kunnen
worden gespaard. Men kan dus nu nog niet zeggen dat deze weg op palen
wordt gezet eigenlijk alsof iemand op klompen door Heemstede komt
wandelen en dat is dan de de Ranitzweg; het is een karikaturale voor-
stellmg van zaken.
Dat door de aanleg van d.e de Ranitzweg de duinen ten westen van
Bloemendaal gedecimeerd zullen worden, zoals de heer Bomans zegt is
een sommetje dat spreker niet kan oplossen.
De heer Bomans heeft ook gezegd dat het verkeer vanuit Hoofddorp bii
de Lanckhorstlaan mooi kan afvloeien naar de Zandvoortseiaan Daar
weet spreker iets yan. Als de heer Bomans dat mooie afvloeien eens wil
zien, da.n moet hij eens een keer op zondagmorgen bij spreker koffie
omen drmken. Het hoeft dan echt niet een mooie zondagmorgen te ziin
maar het kan ook als het stormt, als het vriest, kortom bijna aitijd. Als
spreker op zijn terras koffie drin.kt, zien die mensen die afvloeien dat
ook, want al die tijd dat je koffie drinkt staan ze daar; steeds maar mooi
afvloeiend (ongeveer een half uur) en het ergste is dat zij dan de motor
van hun auto niet afzetten, wat spreker ook wel eens aanraadt, omdat
dat voor de mensen zuiniger is en voor spreker plezieriger.
Voorts heeft de heer Bomans een plan van een zekere mr. van Löben
Sels genoemd, die spreker in een bepaald opzicht hoogacht, maar niet met
betrekkmg tot de planologie. Spreker dacht dat de heer van Löben Se-ls
'n. Aerdenhout woonde en dat hij meer of min intuïtief redeneert dat men
brj Hillegom naar het oosten moet gaan, en aldus ten oosten langs Haar-
lem, en benoorden van die stad weer naar het westen. Immers, wat heb-
ben wij eigenlijk met al het verkeer dat hier langs naar Zandvoort wil
van node. Dat is spreker allemaal te onwezenlijk en het sluit aan bij' dê
gedachtengang van diegenen die zeggen dat het hier een mooie streek is
die zrj met graag aangetast zien en daarom moet het verkeer maar hele-
maal om Haarlem, Heemstede en Bloemendaal geleid worden Spreker
meent dat bij deze redenering onvoldoende rekening wordt gehouden met
datgene waar anderen meer of min recht op hebben.
