27 november 1969
225
wegen aan dle de provlncie waarschijnlijk zelf zal moeten realiseren.
Daarom zou het dus de voorkeur verdienen een klein gedeelte van de
oost-west verbinding aan te leggen, zoals door sprekers fractie is voorge-
steld. Ten zuiden van de Zandvoortselaan blijvende hoeven daar geen
kunstwerken in en dan zal dat stuk duintracé een voordelige aanleg zijn.
Spreker gelooft dat het voor de provincie niet bezwaarlijk zal zijn, althans
financieel, om dat stuk weg aan te leggen, en dan is het volgens spre-
kers fractie niet noodzakelijk de kruising met de Zandvoortselaan te
maken.
Wethouder Van Wijk zal zoveel mogelijk trachten herhaling te ver-
mijden. Dat betekent niet dat spreker zijn argumenten terugneemt, in-
tegendeel, hij persisteert bij hetgeen hij in eerste instantie heeft gezegd.
Hij meent dat niets daarvan zodanig weerlegd is of ondergraven, dat het
college bepaalde delen van zijn voorstel zou moeten terugnemen.
Wat er met Zandvoort in de toekomst precies zal gaan gebeuren kan
van hieruit niet worden beoordeeld. Spreker weet wel dat er nog diverse
hotelplannen liggen die op uitvoering wachten. Hij weet ook dat er nog
diverse plannen bestaan om meer parkeerr'uimte te creëren en dat velen
in Zandvoort met het autocircuit in hun maag zitten en daar ailerlei mo-
gelijkheden in zien voor het maken van kampementen en parkeerplaatsen.
Spreker zegt niet dat het allemaal zal gaan gebeuren, hij weet alleen dat
die plannen in Zandvoort leven. Spreker stelt, dat, al bre-idt Zandvoort
met geen huis meer uit, de huidige situatie naar zijn gevoelen al onhoud-
baar is. Om die situatie op te lossen, en dan denkt spreker niet eens
meer aan de toekomst zal het al heel anders moeten.
Er is gezegd dat men geen verkrachting wenst van het woonmilieu.
Spreker is van mening dat men de verkrachting, die zich nog elk moment
voltrekt, moet zien te beëindigen, want het woonmilieu is al totaal ver-
kracht, van de Cruquiusweg' - Heemsteedse Dreef - Lanckhorstlaan tot de
Herenweg toe. Dan zegt men: daar wens ik geen weg want dan komt er
een verkrachting van het woonmilieu. Spreker begrijpt niet dat men niet
ziet wat er al gebeurt en elk jaar méér zal gebeuren en in de 10 komende
jaren ontzettend en verschrikkelijk zal gebeuren. Wat men voorkomen
wil voltrekt zich momenteel reeds. De raad moet met burgemeester en
wethouders naar wegen zoeken om dit te verhinderen en dan geeft men
maar één altematief en dat is, het trekken van een wilde streep in een
andere provincie en in een andere gemeente en dââr moet die weg dan
maar recht toe recht aan worden aangelegd en dan geldt het verloren
gaan van natuurschoon niet meer, alsof de duinen daar geen duinen
meer zijn, alsof daar geen bomen meer staan of alleen mindersoortige
bomen en geen pyraeteum zoals wij bij de Manpadslaan hebben. Spreker
meent dat dit niet een reëele oplossing is waar lang over gepraat behoeft
te worden.
Dan, zo zegt men, is de randweg geen randweg. Als de westelijke rand-
weg er niet zou zijn, zou al het verkeer dat nu over die weg gaat, zich
door Haarlem moeten wringen met alle narigheid van dien en dat zou
zich zeer zeker ook voltrekken hetzij op de Leidsevaartweg hetzij op de
Zuiderhoutlaan.
Dat er op een randweg veel verkeerslichten zijn, is logisch. Men zal
ongetwijfeld ook verkeerslichten krijgen bij de aftakking die het college
voorstaat bij de weg naar de Zandvoortselaan. Een randweg zal altijd een
weg vol verkeerslichten zijn, want bij elke uitmonding van een weg op
die randweg zal men niet kunnen dulden dat men zich zo maar in het
voorbijstormende verkeer invoegt. Dat zal rustig moeten gaan door middel
van verkeerslichten.
De heer Hupkes heeft gezegd dat men is begonnen de de Ranitzweg een
intemationale weg te noemen. Dat is zo. En nu kan men zien dat de