27 november 1969 197 bier dronk en dat 20% al op een leeftijd van 12-14 jaar min of meer regel- matig alcoholica, vooral bier, gebruikte en tenslotte dat 40% daarmee begon op de leeftijd van 15-16 jaar. Het resultaat van het onderzoek îs, dat de basis voor het drinkpatroon voor een belangrijk gedeelte reeds op jeugdige leeftijd wordt gelegd. Vandaar het idee om een voorlichtingsdag te organiseren waaraan reeds 138.888 leerlingen van de hoogste leerjaren van de basisschool en van de brugklassen van het voortgezet onderwijs deelnemen. Een groot aantal gemeenten steunt deze nuttige actie. Nu ligt er bij de stukken een advies waaruit blijkt, dat bij het hoofdencontact voor de lagere scholen geen behoefte bestaat aan een voorlichtingsdag en dat er bij de openbare mavo-school al evenmin interesse zou bestaan. Waarom die hoofden er zo over denken blijkt echter niet. Moet dit nu een motief zijn op grond waai-van burgemeester en wethouders voorstellen geen subsidie te verlenen? Hadden burgemeester en wethouders zich niet wat positiever kunnen opstellen tegenover het hoofdencontact om aan deze voorlichting ruim baan te geven? Het verzoek is toch aan het ge- meentebestuur gericht en niet aan het hoofdencontact. Als er van één subsidie gezegd kan worden en dat kan ec'ht niet van alie subsidies dat de cost voor de baet uitgaat, dan is het van dit subsidie. Spreker heeft er een ogenblik over gedacht een aantal suggestieve koppen uit de krant van maandagavond mee te nemen, niet om de zaak te dramatiseren, maar om aan te tonen welk een geweldig stuk menselijk leed er schuil gaat achter en welk een economisch verlies het gevolg is van het drank- misbruik. Spreker zegt niet van het gebruik maar van het misbruik. De kinderen van de hoogste klassen van de lagere sehool en zeker ook van het voortgezet onderwijs worden dagelijks met deze dingen geconfronteerd via de pers, de radio en de t.v. Was er nu bezwaar tegen geweest om, bij wijze van proef, eens voor eenmaal een dergelijke voorlichtingsdag te organiseren De financiële overwegingen spelen hier geen rol, omdat het slechts om een bedrag van 15 cent per leerling gaat. Als die proef îs genomen dan kan men zien hoe de kinderen en de schoolhoofden er op reageren. Sprekers fractie is er voorstandster van dat zo'n voorlichtings- dag wordt georganiseerd. Mevr. Gaasterland wil in de eerste plaats een opmerking maken over de gevolgde procedure. Zij heeft dit punt niet op de agenda van de onder- wijscommissie aangetroffen. Burgemeester en wethouders stellen voor geen subsidie te verlenen na het advies te hebben ingewonnen van het hoofdencontact. Maar dat advies ligt niet bij de stukken. Spreekster zou graag willen weten op grond van welke overwegingen de schoolhoofden negatief hebben geadviseerd. De heer Willemse kan na het gesprokene door de heer Verkouw wel voor diens idee voelen. Omdat spreker tamelijk veel omgaat met de jeugd kan hij verklaren, dat de jeugd er tegenwoordig vrij gemakkelijk toe komt al op heel jonge leeftijd met een biertje te beginnen. Spreker heeft er soms moeite mee dat wat af te remmen. De heer Verkouw heeft gelijk als hij zegt dat het drankmisbruik spreker legt de nadruk op het mis- bruik tegenwoordig wel zodanige vormen aanneemt dat hierin grote gevaren schuilen. Spreker meent dat het nuttig kan zijn de leerlingen van de hoogste klassen, die al wat ontvankelijk zijn voor bepaalde gebeurte- nissen rondom hen, op de gevaren van het alcoholmisbruik te attenderen. Spreker zou, mede namens een aantal leden van zijn fractie, het verzoek van de heer Verkouw willen ondersteunen. Mevr. Vriesendorp vraagt zich af of de hoofden van de scholen, die toch meestal de hoogste klas onder zich hebben, niet net zo goed deze taak kunnen ovememen en deze materie meermalen per jaar kunnen behandelen. Spreekster ziet niet in dat dit nog eens apart gedaan moet worden. Zij acht de schoolhoofden daar echt wel toe in staat.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 3