27 november 1969
203
nauwelijks doenlijk dat in de raad aan de orde te stellen. Sprekers fractie
heeft gedacht aan de situatie waarin men voor de keuze staat dat een
bejaard echtpaar, dat nog wel samen verder kan als het klelner zou
wonen, in een bejaardenhuis zou moeten worden geplaatst, met wellicht
een bijdrage op grond van de algemene bijstandswet van f 400,per
maand, of en zou dat niet beter zijn een dergelijk echtpaar een
plaats in deze bejaardenflat te geven, waardoor met een veel lagere bij-
drage van b.v. 50,of f 100,per maand, volstaan zou kunnen wor-
den. Sprekers fracüe vraagt of het college in beginsel bereid is toe te
zaggen dat het dit punt onder ogen wil zien. Als spreker dat antwoord
krijgt dan is zijn fractie daar content mee.
De voorzitter constateert dat de heer Verkouw twee zaken aan de orde
stelt, n.l. de toewijzing van de flats en hij breekt een lans voor een be-
paalde categorie personen die speciaal valt onder de zorg van de wet-
houder voor sociale zaken. De toewijzing van de woningen is natuurlijk
een zaak van burgemeester en wethouders. Het gaat, zoals de heer Ver-
kouw zegt, om een huur van f 400,
De heer Verkouw interrumpeert dat, als een bejaard echtpaar in een
verzorgingshuis wordt opgenomen, waarvoor de maandelijkse prijs b.v.
f 1300,— is en waar het f 400,— f 500,— per maand aan tekort komt, de
gemeente op grond van de bijstandswet het ontbrekende suppleert. Als
hetzelfde echtpaar een bejaardenflat krijgt toegewezen, waar het niet met
trappen heeft te maken en waar centrale verwarming aanwezig is, waar
het dus zelf nog wel enige tijd vooruit zou kunnen, dan zou dit echtpaar
ook via de bijstandswet tegemoet kunnen worden gekomen met een bij-
drage van een x bedrag in de huurkosten, welke bijdrage dan belangrijk
minder zal zijn dan bij plaatsing in een bejaardenhuis.
De voorzitter merkt op dat men natuurlijk wel een paleis kan huren en
dan zeggen: met datgene wat ik heb kan ik mij zelf bedruipen, maar de
huur is zo hoog. Spreker vindt dat een ongelooflijk gevaarlijk iets.
De heer Verkouw lijkt dat niet het geval te zijn. Het is toch niet te
verwachten dat er in Heemstede ooit huizen zullen worden gebouwd met
lagere huren? Waar zou men deze mensen naar toe moeten sturen?
Spreker vraagt nu geen uitspraak van het college. Alleen vraagt hij het
college om dit als een wezenlijk argument bij de toewijzing van deze flats
in overweging te nemen. Daar kan z.i. geen enkel bezwaar tegen zijn.
Ook nu al wordt aan gezinnen een bijdrage in de huur op grond van de
bijstandswet verleend.
De voorzitter zegt dat burgemeester en wethouders als algemene regel
bij de toewijzing van woonruimte hebben gesteld dat gezinnen waarvan
het zeker is dat zij niet in staat zijn om de vastgestelde huurprijs van
bepaalde woningen te betalen, daarvoor niet in aanmerking komen.
De heer Verkouw: „Is dat een algemene richtlijn van het college?"
De voorzitter: „Ja."
De heer Verkouw: „En bent u niet bereid mijn suggestie in overweging
te nemen Ik vraag mij af of u in een geval als ik bedoel hiermee in het
financieel belang, zowel van de overheid in het algemeen als van de ge-
meente in het bijzonder, handelt."
De voorzitter: „Wij zijn altijd bereid om als iets in de raad naar voren
wordt gebracht, daaraan aandacht te besteden. Buitendien is de minister
in deze diligent en heeft hij op dit gebied iets in petto. Dat moeten wij
afwachten."
De heer Willemse voelt wel voor het idee van de heer Verkouw. Spreker