18 december 1969 262 van de tijd nodig voor de behandeling van de begroting. Spreker weet dat de ambtenaren en iedereen die bij het opstellen van de begroting be- trokken is, en zeer zeker de afdeling financiën, in die tijd op hun tenen lopen. Spreker kan uit hun naam wel verklaren, dat het een grote ver- lichting zou zijn wanneer de tijd van voorbereiding iets ruimer zou kun- nen worden gesteld. Morgen kan hierop worden teruggekomen en ook op de efficiency die door de heer Enschedé naar voren is gebracht. Het verheugt spreker zeer hij had er eigenlijk mee willen beginnen dat alle fractievoorzitters dank hebben gebracht aan het ambtenaren- corps en het politiecorps. Het gemeentebestuur mag er trots op zijn over een ambtenaren- en politiecorps te beschikken die zo goed hun taak ver- staan en een zo goede naam hebben. Met betrekking tot het subsidiëren van het openbaar vervoer zegt spre- ker, dat burgemeester en wethouders daaromtrent een afwijzend stand- punt innemen. Spreker wijst er op, dat de NZHVM tot op dit ogenblik nog geen nadeiig saldo heeft. De maatschappij gaat dus al bij voorbaat subsidie vragen. Men redeneert bij de maatschappij aldus, dat een bepaald dividend aan de aandeelhouders uit de exploitatie moet kunnen worden uitgekeerd en dat dan te verwachten is dat verlies zal worden geleden. Daarom vraagt men financiële steun van de betrokken gemeenten. Burge- meester en wethouders hebben deze zienswijze volkomen onjuist gevonden. Wat de openbaarheid van de vergaderingen van de raadscommissiën be- treft neemt spreker aan, dat de fractievoorzitters eigenlijk het standpunt van burgemeester en wethouders onderschrijven. Burgemeester en wet- houders betwijfelen dus het nut van openbaarheid van de commissiever- gaderingen, maar menen dat er geen enkel bezwaar tegen is openbare com- missievergaderingen te houden ter behandeling van een onderwerp dat zicli daarvoor leent en waar de interesse van het publiek naar uitgaat. In zijn algemeenheid achten burgemeester en wethouders openbare commissiever- gaderingen onjuist, omdat daarin voorbereidend werk wordt verricht. Per- soonlijk zou spreker nog willen zeggen en dat kan hij doen omdat hij niet bij een politieke partij is aangesloten dat, nu de verkiezingen voor de raad naderen, het politieke spel wordt gespeeld, inhoudende dat de raadsleden bepaalde dingen willen zeggen die naar buiten een goede in- druk maken. In een commissievergadering kunnen de raadsleden echter onder elkaar, als medewerkers, de zaken bespreken, zonder dat elk woord gewikt of gewogen behoeft te worden. De heren van den Briel en Verkouw hebben over het subsidiebeleid ge- sproken. De heer van den Briel heeft gevraagd of het de bedoeling is, dat het onderzoek naar de noodzaak van subsidiëring zal leiden tot een her- waardering. Het is de bedoeling van burgemeester en wethouders het geheie subsidiebeleid te gaan herzien. Een subsidienota, uitgebracht in 1960, is in 1969 niet meer up to date. Wanneer wij zien dat elk jaar het totaalbedrag van de subsidies met grote bedragen toeneemt, dan gelooft spreker wel dat in deze een sanering moet plaatsvinden. De raad hoeft echter niet te schrikken dat nu het snoeimes er zal worden ingezet. Bij de volgende begroting zullen burgemeester en wethouders over hun ziens- wijze rapport uitbrengen. Met betrekking tot het transformeren van de Lelievijver in een ijsbaan, zegt spreker, dat er nu op de tankgracht, de Lelievijver en de andere wa- teren in deze gemeente volop geschaatst wordt en het is hartverwarmend om dat schaatsfestijn te zien. De heer Enschedé moet echter niet ineens een gedachte lanceren waardoor de Lelievijver zou worden kapot gemaakt, want daar komt het eigenlijk op neer. Dit zijn spreker moet heel voor- zichtig zijn dromen die niet vervuld zullen worden. De heer Willemse heeft gesignaleerd dat in de Haarlemse raad is ge- zegd, dat de inwoners van Heemstede van allerlei voorzieningen die de geméente Haarlem biedt, profiteren, zonder dat de gemeente in de kosten

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 29