135
2e afd.
19 december 1969
c. de reeonstructie van een deel van de Zandvoortselaan c.a.
Ook hiervoor zullen de nodige financieringsmiddelen door de boven-
genoemde grondverkopen, naar het zich thans laat aanzien, beschik-
baar komen.
In onze nota van aanbieding bij de begrotingen voor 1969 mochten wij
enkele beschouwingen wijden aan het bij Koninklijke boodschap van 22
maart 1968 bij de Tweede Kamer der Staten Generaal ingediende ontwerp
van wet tot verruiming van het plaatselijk belastinggebied en de gevolgen,
die dit voor het budget onzer gemeente bij verheffing tot wet zou kunnen
hebben. Wij schreven toen, dat het wetsontwerp tot dat tijdstip nog slechts
aan min of meer heftige kritiek in de vaktijdschriften had bloot gestaan.
Inmiddels is over het wetsontwerp een voorlopig verslag uitgebracht ge-
volgd door een memorie van antwoord van de regering.
Het wetsontwerp is daarbij door de regering slechts op vrij onderge-
schikte punten gewijzigd. Tot behandeiing van het wetsontwerp in de
Tweede Kamer is het nog niet gekomen. Het wetsontwerp zal vôör 2
februari 1970 het Staatsblad dienen te bereiken wil de wet voor de
gemeenten in dat jaar nog effect sorteren. Het lijkt niet waarsehijnlijk,
dat dit het geval zal zijn.
Wij becijferden vorig jaar, dat de inwerkingtreding der wet, bij gelijk-
blijvende belastingdruk voor de totaliteit der bevolking, voor de gemeente
een voordeel zou betekenen van ruim 600.000,
Wij achten het verheugend, dat, ondanks de omstandigheid dat deze
extra-bate onze gemeente in 1970 niet deelachtig zal worden, wij u niette-
min een sluitende begroting kunnen aanbieden zonder dat wij u behoeven
voor te stellen de lasten voor de inwoners te verzwaren, dit ondanks:
a. de steeds voortgaande stijging van de uitgaven voor sociale zorg, re-
sulterend in een toeneming van het verschil tussen het nadelig slot
van hoofdstuk IX der gemeente-begroting en de uitkering uit het
gemeentefonds voor dit onderdeel der gemeentelijke zorg met
85.000,—;
b. de stijging van de ten laste der gemeente blijvende kosten van het
openbaar en bijzonder mavo met een bedrag van 90.000,in hoofd-
zaak als gevolg van de samenwerking met Haarlem op dit terrein en
de schoolpsychologische onderzoeken;
c. de toeneming van de totale rente en afschrijvingslast als gevolg van
door de raad beschikbaar gestelde kredieten voor kapitaalswerken met
rond 135.000,(bouw brandweergarage c.a. 58.000,onder-
scheidene voorzieningen ten behoeve van de sport 49.500,en inves-
teringen door het gasbedrijf 49.000,tegenover deze bedragen staat
uiteraard de vermindering van de rentelast door afschrijving op de
oude objecten);
d. de toeneming van het totale bedrag aan subsidies met 76.000,
e. de gevolgen van de uitvoering van de Wet op de Omzetbelasting 1968
(B.T.W.).
Tegenover bovenstaande uitgavenstijgingen staat aan de inkomstenzijde
der gemeente-begroting slechts een vrij bescheiden verhoging van de uit-
keringen uit het gemeentefonds.
Overeenkomstig het gebruik van de laatste jaren geven wij u hieronder
eerst een overzicht van de voornaamste verschillen tussen de ramingen in
de begrotingen voor 1969 en 1970, waarbij wij ons ook nu weder beperken
tot de verschillen van 10.000,en meer per begrotingspost.
Hierbij zijn, tenzij uitdrukkelijk vermeld, geen uitgavenstijgingen vermeld
waar inkomstenvermeerderingen tegenover staan c.q. deze daarmede zijn