MÉMai 19 december 1969 292 moet dan worden bekend gemaakt. Daar kan het bestemmingsplan van de Schouwbroekerpolder worden opgehangen. Spreker vindt het diep betreurenswaardig dat het overgrote deel van de burgers zich alleen maar druk maakt tegen de tijd van de verkiezin- gen en als zij hun plicht gedaan hebben gaan zij de eerstvolgende jaren weer hun eigen gang en tonen weinig interesse. Spreker blijft er bij dat het een zeer goede noot zou zijn als de politieke partijen ook hearings hielden, niet alleen in de verkiezingstijd maar ook daarna, zodat het niet allemaal behoeft uit te gaan van het college van burgemeester en wethouders. De heer Brandsma had bedoeld te zeggen, dat over een aantal sugges- ties een oordeel is uitgesproken, positief en wat minder positief, en dat dit voor het college aanleiding zou kunnen zijn intern deze zaak punt voor punt nog eens door te nemen. Burgemeester en wethouders kunnen dan aangeven waar zij voor voelen en waarvoor niet. Maar als zij tegen iets ja zeggen dan moeten zij ook aangeven hoe. Spreker heeft de indruk dat er algemeen door de raad iets in een infor- matiecentrum gezien wordt. Laten burgemeester en wethouders dan aan- geven welke mogelijkheden er zijn om daar eens een start mee te maken. En zo zijn er meer punten. Laten burgemeester en wethouders daarvan nu eens bepalen dat zij het zo en zo zouden kunnen doen en laten zij dat over een paar maanden eens in een nota'tje aan de raad mededelen. Dan kan de raad in ieder geval concrete beslissingen nemen. Spreker be- grijpt best dat dit staande deze vergadering niet mogelijk is. Maar er moet toch wel iets positiefs uitkomen, want als de voorzitter zegt, dat burgemeester en wethouders in dit jaar wel dit of dat zullen doen, dan is dat voor spreker echt wat te vaag. Spreker vindt dat het gemeentebestuur in de eerste plaats hearings moet houden. De voorzitter: ,,Dat zal in het college worden bekeken en naar aanlei- ding daarvan zullen maatregelen worden genomen." De heer Brandsma: „En als u dat dan binnen enkele maanden in een nota'tje aan de raad wil voorleggen, ben ik tevreden." De voorzitter: ,,Wij hebben geen nota nodig. De heer Verkouw is bo- vendien voorstander van ,,geen woorden maar daden"." De heer Brandsma: „Wat voor bezwaar hebt u er nu tegen om het re- sultaat aan de raad voor te leggen. Dat begrijp ik niet." De voorzitter,,Wij zullen ons daarover beraden." De heer Brandsma: „En aan de raad berichten." De voorzitter: „Natuurlijk." De heer Verkouw zegt dat de voorzitter denkt dat alles wat hier naar voren is gebracht een liefhebberij is van de P.v.d.A., maar er is een com- missie Biesheuvel, die tot taak heeft „zich te beraden over de toeganke- lijkheid van ambtelijke documenten". De voorzitter: ,,Dat is de eerste keer dat de P.v.d.A. zich aan deze regering spiegelt." De heer Brandsma: ,,Mag dat?" De heer Bomans merkt op dat de voorzitter heeft gezegd, dat als er een documentatiecentrum komt, er dan bepaalde uren zouden zijn waarop een ambtenaar de mensen te woord staat. Dat is weer een theorie. Men heeft het veel te druk om te weten wanneer die ambtenaar kan ontvan- gen. Dat is een van de redenen waarom spreker zo graag dat informatie- centrum gekoppeld ziet aan de openbare leeszaal en aan de tijden van

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1969 | | pagina 13