319
19 december 1969
De voorzitter heropent de vergadering.
Punt 28
De heer Van den Briel heeft de notulen van de vergadering van decem-
ber 1967 nog eens nagelezen, waarin de V.V.D. tegen het raadhuisplan
heeft gestemd. Spreker meent dat het precies zo gelopen is als zijn fractie
toen heeft voorspeld, en dat voorzien is ook de reden geweest waarom
zijn fractie tegen dat plan heeft gestemd. Spreker gelooft dat het college
în de beantwoording van deze vraag heel duidelijk en scherp heeft gesteld,
dat de bedrijfsvoering van de „N.V. Heemstede", zoals zij tijdens dé
lunch genoemd is, modern moet zijn. Aan de andere kant gelooft spreker
dat, hoewel het raadhuis niet op de monumentenlijst staat, het als geheel
een representatief gebouw is voor deze gemeente. Spreker'heeft gevraagd
en daar heeft het college een bevestigend antwoord op gegeven dit ee-
bouw zoveel mogelijk intact te laten. Als afschrikwekkend voorb'eeid zou
spreker willen wijzen op de vreselijke situatie die op de markt in Gronin-
gen is ontstaan. Achter het stadhuis staat n.l. het prachtige Goudkantoor
uit de 17e eeuw. Daaromheen heeft men een meer dan verschrikkelijk mo-
dern kantoorgebouw voor de gemeentesecretarie gebouwd. Misschien is
wat spreker heeft gezegd, echter overbodig geweest Spreker vraagt
vooral te zorgen dat iets dergelijks in Heemstede niet wordt gedaan. Spre-
ker meent dat het behoud van het raadhuis, dat misschien zekere incon-
vementen heeft, voor Heemstede zeer belangrijk is.
De heer Beijen zegt dat gisteren lang gesproken is over huisvesting
van de jeugdgroepen. Spreker vraagt zich af of niet de mogelijkheid be-
staat m het meuwe raadhuis, dat het centrum van de gemeente vormt
jeugdgroepen onder te brengen, vooral ook omdat er tegenwoordig veel
wordt gesproken over de burgers dichter bij het bestuur brengen. Het
Iijkt spreker goed als ook in die richting wordt gedacht.
De yoorzitter antwoordt dat de suggestie van de heer Beijen volkomen
strookt met de bedoeling van het college. In de opdracht tot wijziging van
de oorspronkelijke plannen, is een burgerzaal opgenomen waarvan de ma-
ten hoogstwaarschijniijk 13 x 13 zuilen zijn. Deze ruimte zal vlak achter
de hall komen te liggen en eventueel door schuifbare wanden daarvan
kunnen worden afgesioten, zodat ook de hall dienstbaar kan worden ge-
maakt. Men zou hierbij iets kunnen creëren dat tegemoet komt aan het
verlangen naar bepaalde ruimte voor bepaalde activiteiten; natuurlijk
niet voor alle.
De heer Beijen vindt het belangrijk dat de jeugd, waarmee tot op he-
den contact op afstand îs, later meer vertrouwd zal zijn met het gemeen-
tehuis en alles wat daarmee samengaat. Misschien kan men op die manier
een soort wisseiwerking krijgen. Spreker vindt de burgerzaal in Bloemen-
een ondinë'' het hele raadhuis is een onding, maar dat is een tweede.
uits>preektr"ltter: dingen die le denkt maar niet in het openbaar
De heer Beijen: „U misschien, maar ik niet."
De heer Verkouw: „Wij moeten deze gedachte niet verwarren met de
suggestie een gemeenschapshuis te stichten."
De voorzitter zegt, dat hij gisteren uitdrukkelijk heeft gezegd dat dit
een streven van het college is, maar dat het ongelooflijk veel moeilijkhe-
den zal opieveren wat de financiering betreft. Wanneer, en dat is toch wel
bëdoeling, spoedig met de uitbreiding van het raadhuis wordt begon-
nen, zou er een ruimte kunnen worden geschapen waarin men culturele
uitmgen voor een deel zou kunnen opvangen. De secretaris vindt dat heel