VOS;
19 december 1969 ^42
miesector huizen gaat bouwen, dan niet alleen huizen te bouwen zoals in
de Schouwbroekerpolder met f 400—f 450 huur, maar dan de eisen wat
minder hoog te stellen, zodat de huizen voor de middengroepen aanvaard
baar zijn.
De heer Van der Hulst meent dat het bezoek dat het college of de wet-
houder op verzoek van de heer Brandsma aan de mimster gaat brengen,
kan worden gecombineerd met dan ook op tafel te ieggen, dat het on-
mogelijk is te voldoen aan de eisen die de mmister ten aanzien van de
doorstroming in zijn circulaire stelt. Het college moet dmdeli]k stellen
dat het onmogelijk is ontruimingsprocedures te begmnen. OP^moment
vraagt spreker het college niet zich in een groot aantal ontruimmgspro
cedures te storten. Spreker vraagt wel, dat het college alle meuwe huur-
ders de verWaring die de minister bedoelt, laat ondertekenem Bn dan
maar hopen dat spoedig zodanige wettelijke maatregelen worden geno-
men dat die verklaring ook nog zin krijgt.
Wat de pas op de plaats met betrekking tot de bouw m de Schouw-
broekerpolder betreft, zegt spreker. dat het college, voor watJieHeft de
premiehuurwoningen die daar gebouwd gaan worden, waarsch,jnh]k bin-
nen een half jaar weet hoe de kaarten liggen. Spreker dacht dat dat nu
juist de periode was waarin bijzonder nauwlettend moet worden toegezie
of er voor deze premie-huurwoningen inderdaad Heemsteedse gegadigden
zijn. Die conclusies zouden de commissie dan zeer tijdig moeten bereiken.
Spreker meent dat het dan nog niet helemaal te laat îs met de boinv va
de flats ter plaatse, om niet te spreken van de wonmgen op de i]sbaan,
Burgmneester en wethouders hebben op vraag 49 geantwoord, dat in
de laatste jaren huizen in de prijsklasse van f 76.000 met meer ge-
bouwd zijn Spreker meent echter dat 3 a 4 jaar geleden aan de vo
Brucken Pocklaan huizen van 65.000 zijn gebouwd en dat het moeite
heeft gekost daarvoor Heemsteedse gegadigden te vinden.
De laatste opmerking van spreker betreft vraag 50, waar hi] geen a -
woord op behoeft te hebben. In zijn antwoord constateert het college dat
de woningbouwcorporaties geen bouwplannen voorbereiden behoudens de
woningbouwvereniging „de Haemstede". Sprekers fractie meent dat er
ook nog enkele andere plannen zijn. Spreker wil er op wijzen dat de mims
ter in februari 1969 heeft geschreven, dat hi] uitdrukkelqk voorkeur
geeft aan bouwen door de woningbouwcorporaties. Spreker weet van de
plannen die er bij de woningbouwcorporaties bestaan nog met helema,al
het fijne, maar mochten plannen definitieve vorm aannemen, dan wil zi]n
fractie daarop nog terugkomen.
De heer De Ruiter merkt op, dat de heer Brandsma hem enkele woor-
den in de mond heeft gelegd, die als zij inderdaad geinterpreteerd wor-
den als hij doet, reden zouden geven om aan sprekers gezond verstand te
twijfelen en die twijfel wil hij graag wegnemen. Spreker heeft m zijn
wat kritisch gestemd betoog over het na-oorlogse wonmgbouwbeleid ge-
steld, dat het woningbouwbeleid begonnen is met de zorg voor de werk-
gelegenheid voor de bouwvakarbeiders. De heer Brandsma heeft dat zo
vertaald dat spreker daarmee gezegd zou hebben, dat men maar huizen îs
gaan bouwen om de bouwvakarbeiders aan het werk te houden. Merkwaar-
digerwijs is juist het omgekeerde het geval geweest. Zonder het probleem
te verpolitieken zou spreker willen stellen, dat de eerste mmister van
volkshuisvesting, In 't Veld, in 1945 heeft verklaard, dat bi] een produk-
tie van meer dan 45.000 woningen per jaar dat îs nu ongeveer het con-
tingent voor de vrije sector gevreesd moest worden voor werkloosheid
op lange termijn onder de bouwvakarbeiders. Met andere woorden, een
start met een te hoog productie-niveau zou werkloosheid van de bouw-
vakarbeiders in een later stadium kunnen veroorzaken. Op dat verschrjnse
heeft spreker gedoeld.