wnt wwr* a
Artikel 49.
Getraeht is de leesbaarheid van dit artikel te verbeteren. Daartoe is in dit
artikel en in de artikelen 50, 51, 62, 66 en 294 t/m 303 tevens een seherper
onderscheid gemaakt tussen de begrippen „erf" en „open erf". Zie ook de
begripsomschrijvingen in artikel 1. Voorts zijn alle bepalingen omtrent de
bebouwing van het erf overgebracht naar artikel 50.
Artikel 50.
In de leden 1 en 2 zijn een aantal wijzigingen aangebracht, die deze leden
beter doen aansluiten bij de artikelen 48 en 49.
Voorts is in beide leden het onmisbare woord „slechts" ingevoegd. Verder
is in lid 2 de maat van 6 m in overeenstemming met NEN 3152 verkleind
tot 5 m. Lid 3 is in overeenstemming gebracht met lid 1.
Tenslotte is aan lid 4 een vrijstelling toegevoegd, die het mogelijk maakt
dat bij meergezinshuizen de garages ook op een geringere afstand dan 5 m
van het hoofdgebouw worden geplaatst. NEN 3152 (brandveilighedd van
woningen) voorziet in deze mogelijkheid.
Artikel 52.
De tekst van dit artikel is redactioneel verbeterd en voorts is de tekst
van lid 2 zodanig gewijzigd dat aaneengesloten bebouwing, die de oude
tekst ten onrechte niet mogelijk maakte, thans wel mogelijk is.
Artikel 60.
In de opsomming van de artikelen in de eerste regel ontbrak ten onrechte
artikel 53, lid 1.
Artikel 62.
De wijziging van de titel houdt verband met het bepaalde in artikel 66, lid
1; de bergplaats, bedoeld in artikel 62, lid 1 onder 1, hoeft niet binnen de
woning te zijn gelegen.
Het gestelde in lid 1, onder a, is iets scherper geformuleerd om te voor-
komen dat een gang niet als toegangsportaal zou worden aangemerkt.
De „niet van toepassing" verklaring is uitgebreid in verband met het afne-
mende gebruik van vaste brandstof. In verband hiermede kan het ge-
stelde in lid 2, onder f, vervallen.
Artikel 65.
Door de wijziging van dit artikel is de mogelijkheid om zolderkamers be-
reikbaar te maken met een beweegbare trap ongedaan gemaakt.
Artikel 72.
De tekst is in overeenstemming gebracht met de Voorschriften en Wen-
ken-1965.
Artikel 77.
Tot nu toe geldt voor alle balustrades een minimale hoogte van 1,1 m.
Het is gewenst dit minimum te verlagen tot 1 m ingeval het betreedbare
oppervlak lager dan 3,5 m boven peil ligt en te verhogen tot 1,2 m ingeval
hét betreedbare oppervlak 3,5 m of hoger boven peil ligt.
Artikel 84.
De wijziging van lid 3 heft de strijdigheid van dit lid met artikel 66, lid 4,
op.
Artikel 87.
De wijziging van iid 3 houdt verband met de wijziging van art. 62, lid 1,
onder a.